voor alle Aziaten, Afrikanen en zuid-Amerikanen, die zich afvragen op welk systeem zij het beste kunnen wedden, in welk kamp hun land het beste tot ontwikkeling zou komen, is het duidelijk zichtbare verschil in welstand en vrijheid tussen de twee Duitslanden en tussen de twee Berlijnen een zwaar gewicht op de pro-Westerse schaal. Die overtuigingskracht wordt er niet minder op nu Kroesjtsjof, met zijn dreigementen, zo duidelijk ieders aandacht op dat verschil vestigt. En als Kroesjtsjof het niet rechtstreeks doet, dan wel indirect: door de spectaculaire vluchtelingenstroom die deze zomer, uit angst dat binnenkort ook het laatste gat in het gordijn gestopt zal worden, uit communistisch Duitsland komt.
Het is dus niet helemaal juist te zeggen dat de Berlijnse crisis kunstmatig door Kroesjtsjof is opgewekt. De Sovjet-Unie probeert een verschuiving in de machtsverhouding die al jaren aan de gang is af te remmen. Door die verschuiving is de macht, en dus het weerstandsvermogen, van het Westen, speciaal van west-Duitsland, toegenomen, en die van het Oosten, speciaal van oost-Duitsland, verminderd. Het Westen onderhandelt uit een positie van sterkte niet van zwakte. De twee voornaamste argumenten om te onderhandelen zijn de wens een oorlog te voorkomen - die kan uitbreken wanneer de machtsverhouding in centraal-Europa zich te veel en te snel ten nadele van de Sovjet-Unie ontwikkelt - en verder de noodzaak om het steeds meer zelfbewuste west-Duitsland in toom te houden bij zijn herenigingspolitiek.
Hoe begrijpelijk de russische politiek ten aanzien van Berlijn ook is, het is de vraag of Kroesjtsjof, door de manier waarop hij die politiek voert, niet in de eerste plaats de west-Duitsers in de kaart speelt en hen stijft in een agressieve herenigingslust, die zowel tegen het russische als tegen het niet-duitse Westerse belang ingaat. Wat in ieder geval nu al vaststaat is dat een verscherping van de Berlijn-crisis Adenauer aan een grote verkiezingsoverwinning zal helpen, en dat iedere nieuwe Oostduitser die vlucht behalve
een propagandist voor het Westen ook een propagandist zal zijn voor een zo snel mogelijke hereniging, ten behoeve van zichzelf en ten behoeve van de in nood verkerende achterblijvers. Het probleem wordt dan niet: is de verdediging van de westberlijnse vrijheid ons een oorlog waard, maar hebben wij een oorlog over voor de herovering van de vrijheid voor de Oostduitsers. En even onvoorwaardelijk als het antwoord op de eerste vraag ja is, is het op de tweede nee.
Het is niet waarschijnlijk dat er dit jaar over west-Berlijn een oorlog zal ontstaan. Daarvoor gaat het de communisten op verscheidene andere fronten zonder grote oorlog nog te goed, daarvoor is de bedreiging van oost-Duitsland nog niet acuut genoeg, en daarvoor zijn de posities en de formules waarin beide partijen zich verschanst hebben nog niet te onherroepelijk met elkaar in strijd. Als er geen overeenstemming bereikt wordt over een gemeenschappelijke regeling voor Berlijn en geheel Duitsland - en het ziet er niet naar uit dat zoiets zal gebeuren - zal Rusland een afzonderlijk vredesverdrag met oost-Duitsland sluiten. Een van de voornaamste gevolgen daarvan zal zijn, neemt men aan, dat de toegangswegen naar het geisoleerde west-Berlijn niet onder russische maar onder oostduitse controle komen te staan.
Wanneer Rusland de toegang tot west-Berlijn wil barricaderen is daarvoor geen gezagsoverdracht aan oost-Duitsers nodig. Dat kan ook nu al op ieder gewenst moment. Een keer is het gebeurd, in 1948-49, met het verkeer over de grond (de periode van de luchtbrug) en wat die speldeprik aan strijdlust, anti-communistische eensgezindheid en krachtsvergroting en aan solidariteit met de west-Duitsers en west-Berlijners heeft opgewekt zullen de Russen niet vergeten zijn.
Van russisch standpunt uit gezien is het waarschijnlijk zelfs veiliger de toegangscontrole in eigen handen te houden dan haar over te dragen aan oost-Duitsers die, via welke ontwikkeling dan ook, misschien nog eens gemene zaak zouden kunnen maken met de west-Duitsers ten koste van Rusland. En van een andere kant: zoals de zaken nu nog staan komt er alleen oorlog over west-Berlijn wanneer de Russen dat willen, niet wanneer de oost-Duitse regeerders en grensbewakers onvoorzichtig met vuur spelen.
Voor het Westen is een russisch-oostduits vredesverdrag geen reden om een oorlog te beginnen, hoe onaangenaam en gevaarlijk het ook zal zijn om over het behoud van de west-Berlijnse vrijheid te moeten praten met