Het misverstand over Italië
J.E. Kool-Smit
Men kan naar een film gaan om vele redenen. B.v. omdat men een regisseur waardeert en diens bezetenheid van bepaalde thema's (Bergman, Fellini); omdat men in een speciale atmosfeer verwacht te worden binnengevoerd (Tati, Ealing, Antonioni, Nouvelle Vague); omdat men rekent op knap vakwerk (René Clément, Hitchcock) of om een sensatie van luxe te ondergaan (B.B. idealiter).
Men kan ook een film gaan zien omdat hij het uitzicht op de werkelijkheid verheldert, omdat er realisme in bedreven wordt. Onder deze categorie zou La giornata balorda moeten vallen. De vraag is nu of het beeld door de film opgeroepen correspondeert met de werkelijkheid, en of de film overtuigt, d.w.z. of de waarheid van de feiten gehuld is in waarschijnlijkheid. The proof of the pudding is in the eating, - en juist n.a.v. La giornata balorda constateerde ik een merkwaardige tweespalt onder de disgenoten.
De Italiërotten in mijn omgeving apprecieerden de film omdat zij hun eigen ervaringen erin gestaafd zagen, waarbij zij het verhaal op de koop toe namen; degenen die het land niet of slechts als vakantieparadijs kenden, toonden zich evenals de heer RoukensGa naar voetnoot* geschokt over wat zij noemden halfzacht gedoe of uitbuiten van effecten.
De houding van de tweede groep is het meest belangwekkend. Deze correspondeert namelijk precies met de reaktie van de Noorderling die voor het eerst met het echte Italië geconfronteerd wordt. Het is niet de film waar deze toeschouwers zich aan stoten, het is de werkelijkheid. Italië is het land waar het dagelijks leven doordrenkt is van grove effecten en waar een groot deel van de bevolking door de eeuwen heen getraind is in halfzacht reageren. De personages en situaties in La giornata balorda komen dan ook dicht in de buurt van een gemiddelde,
De fabel op pagina 16 is van Leo Vroman, met tekeningen van Peter Vos.
dichter dan in een film als La Française et l'Amour, die zich nadrukkelijk als document aandient. De details roepen een sfeer op die overal authentiek is, vanaf de moeder die tergend zingt over de figlio d'una putana, tot de vrachtwagenbestuurder met zijn plezier in obscene slagzinnen. En zelfs het melodramatische ‘dansen’ dat in de Hollandse titel zo'n belangrijke rol speelt is karakteristiek voor een bepaald Italiaans milieu, waar ‘ballare’ het symbool is voor een maximum aan levensvreugde. De mensen uit de film zijn typische doorsnee-burgertjes, ook de likkebaardende ragioniere (= boekhouder), en ook de rijke olieboer (geen magnaat; er is in Italië maar één oliemagnaat, dat is de heer Enrico Mattei, baas van het staatspetroleumbedrijf en kruisvaarder tegen de Zeven Zusters) geeft een treffende illustratie van de sociale beweeglijkheid (dynamiek heet dat); hij is het voorbeeld van de man die via knoeierijen in korte tijd rijk geworden is, maar ook wel weer binnenkort failliet zal gaan.
Twee onverkwikkelijke aspecten van de Italiaanse samenleving krijgen in La giornata balorda een heel duidelijke belichting: de serviliteit en de gangbare liefdespraktijken.
Sex moge een compensatiemiddel zijn; in dat geval is er in Italië angstig veel te compenseren. De ‘natuurlijke’ vader is nl. volstrekt geen abnormale Don Juan, maar een heel gewoon jongetje qui prend son bien où il le trouve. Sex in Italië is a. een routinebedrijvigheid die per etmaal heel wat tijd in beslag neemt; b. een zakelijke transactie uitermate geschikt om verachting jegens het andere geslacht te demonstreren. Er zijn weinig landen waar de meest virulente amore zozeer buiten het hart omgaat.
Veelbetekenend is dat een aparte uitdrukking bestaat voor een gevoel dat nodig is om een minder incidentele relatie mogelijk te maken: volere bene, het goede met iemand voorhebben; een term die in een cynische levenssfeer een nuttig onderscheid creëert en in de 18e eeuw al goede diensten bewees aan Belle van Zuylen.
De sociale verhoudingen zijn evenals de liefdesrelaties onomwonden gebaseerd op macht. Ondanks een fraaie (maar corrupt gehanteerde) wetgeving is de maatschappij zo feodaal als men zich in Nederland nauwelijks meer kan voorstellen. Tegenover een mindere permitteert men zich het meest ongegeneerde optreden; de doorsneemens reageert als een hond op machtsvertoon; de algemeen verbreide onderworpenheid is één van de eerste zaken waartegen een Noorderling in opstand komt. Dat serviliteit als klassetrek in Nederland trouwens ook nog niet zo lang is verdwenen, is één van de nuttige feiten die niet-generatiegenoten kunnen leren uit Wiessing's Bewegend Portret.
In Italië dient men als fatsoenlijk mens nog grondig links te zijn. Relativisme behoort er op vele gebieden tot de luxewaarden; de woede over het onrecht bedreven door rechts overvleugelt ruimschoots de geïrriteerdheid over mogelijk dogmatisme van het andere front. In het licht der Italiaanse verhoudingen is het dan ook verkeerd Moravia aan te vallen. Men moet zijn vijanden weten te kiezen. Al komen Moravia's bedoelingen in dit geval misschien slecht over, toch hoort hij als schrijver tot het goede soort, omdat hij sociaal, maar vooral ook literair, een hygiënische instelling heeft. Als één van de schaarse afstammelingen van Macchiavelli bedrinkt hij zich niet aan zijn gevoelens of aan breedsprakigheid, en tracht hij zieke plekken in maatschappij en psyche door lucide analyse en bondig taalgebruik te genezen.