Hollands Weekblad. Jaargang 3(1961-1962)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Wisselend weer A. Nuis Zuidwesters en ploegen, vissers en boeren Zijn niet voor niets voorbeeldig. Deugd wordt eenvoudig bij noodweer en misoogst: Weerstaan, de kin omhoog, en niet verroeren. Voor mij is dat: geen handel met de vijand, Trouw aan het eigen huis en wie daar wonen, Mij dommer aan je voordoen dan ik lijk, kortom, Alles waar vaders beter in zijn dan hun zonen; Maar de wind draait. Het heeft geen zin zich bazig te verzetten Als de zomer de spuigaten uitloopt. Jawel: één groene bromvlieg op een schoftenneus Tekent de vrede en een stel gloednieuwe wetten. Een dag is een dag; sta als een haven open; Wees slim met je ogen, lui met je hart; Wees meegaand met haar sprongen; draag een das Waarmee vaders van zonen voor gek zouden lopen. Maar de wind draait. De hemel zij dank voor wisselend weer Het weer dat omslaat en zichzelf gelijk blijft Klimaat dat beurtelings de grillen en de nek stijft Goed weer voor denken, grimmig of helder lachweer. Wat geeft het of het heter wordt of kouder? Ik draag een regenjas over één schouder. Vorige Volgende