Het onuitroeibaar verlangen
A.L. Schneiders
De Volkskrant maakt melding van een artikel in het jongste nummer van het Russische partijblad Kommunist, waarin het plan van de partij wordt besproken om met spoed nieuwe tradities, gebruiken en festiviteiten in te voeren, ter vervanging van ‘die, welke verbonden zijn met de godsdienst’. De schrijver van het artikel signaleert dat veel Russen doorgaan met het bijwonen van religieuze plechtigheden, ook al zijn zij niet gelovig meer. ‘Dat komt’, redeneert hij, ‘omdat wij er nog steeds niet in geslaagd zijn het leven van alle dag op te fleuren met ceremonies, die zowel kleurrijk als plechtig genoeg zijn om de religieuze gebruiken en tradities te vervangen. Onze riten en festiviteiten moeten mooier en boeiender worden dan die van de kerk’.
Hoe dat in de praktijk toe moet gaan, kunnen wij lezen in het orgaan van de Hongaarse Vakbond, dat zich ook met het probleem van het feestvieren heeft bezig gehouden en dat onlangs een paar ontwerpscenario's heeft voorgesteld voor nieuwe ‘socialistische riten’. Het eerste ontwerp geeft richtlijnen voor een naamgevingsceremonie die de christelijke doop moet vervangen:
‘In de hall vormen de pioniers een erewacht. De ouders verschijnen met hun kinderen en nemen op de eerste rij plaats. De voor hen staande tafel is met een rood kleed en de nationale vlag bedekt. Het gemeenschapsregister van de volksraad of de massaorganisatie die het Feest heeft aangericht, ligt op de tafel. Naast het boek liggen de oorkonden voor de kinderen, die netjes en fleurig moeten zijn gedrukt. Na het eerste optreden van het koor houdt de voorzitter van de districtsraad een rede van 7 tot 8 minuten... Nadat de oorkonden aan de ouders zijn uitgereikt, reciteert een 8 jaar oude Pionier het Wiegelied van Attila Jozef. Zoveel Pioniers als er baby's zijn reiken een boeket bloemen over aan de moeders... Dan weer koor, gevolgd door de redevoering van een leider van een industriële onderneming. Dan laatste optreden van het koor (een mars op snel ritme)’.
Dat er vooral op het gebied van begrafenissen nog wel wat te verbeteren is, blijkt uit het volgende ontwerp-draaiboek:
‘Zo mogelijk zal de grafrede steeds door een vooraanstaande functionaris worden gehouden. De redevoering zal een persoonlijk karakter hebben, aandacht schenken aan de familie en de nagelaten betrekkingen en de gevoelens van de aanwezigen dienen te worden geroerd. Het is verkeerd wanneer bij de begrafenis van een progressief overledene droge, onpersoonlijke redevoeringen worden gehouden’. Volgen weer aanwijzingen voor de samenstelling van de stoet, benevens richtlijnen voor koor en orkest.
Niet alleen de onuitroeibare behoefte aan warmte en lichtjes geeft de partijleiders zorgen, daarachter is het verschijnsel dat het communisme als geloof de jonge generaties, die niet anders hebben meegemaakt, niet meer in vuur en vlam kan zetten, of zelfs dat zij soms voorkeuren tonen voor uitingen van een burgerlijke levensvorm. In Polen heeft de laatste tijd Adam Schaff, de leidende marxistische filosoof, vriend van Gomulka en lid van het politbureau, zich ermee bezig gehouden, min of meer in het spoor van de Oostduitser Ernst Bloch. In een serie essays ‘over de zin van het leven’, die zijn verschenen in een weekblad dat in Warschau wordt uitgegeven, ontwikkelt hij zijn eigen ideeën die hij de naam geeft van ‘socialistisch humanisme’. Het zijn tamelijk omslachtige beschouwingen die voornamelijk leesbaar zijn door een zekere humeurigheid, de bijna aandoenlijke onwennigheid waarmee hij zich beweegt om dat wonderlijke ding, het individu. ‘Ik herinner mij’, schrijft hij, ‘een studentenbijeenkomst waar ik een voordracht had gehouden en aan het eind waarvan vragen over de zin van het leven werden gesteld. Toen stond een van de aanwezigen op en vroeg “Neemt U mij niet kwalijk, maar kunt U ons de zin van het leven aan Uw eigen voorbeeld duidelijk maken?” Eerst dacht ik dat hij mij misschien in de val wou laten lopen. Maar toen ik zag hoe honderden paren ogen mij gespannen opnamen, begreep ik dat het ernstig bedoeld was. Ik geef toe dat, toen ik antwoordde, ik maar wat hardop dacht en ik was nogal zenuwachtig. Tot op dat ogenblik had ik dergelijke thema's altijd als bla-bla beschouwd en ze dus vermeden. Misschien is het sedert die avond dat ik ertoe gekomen ben ze te accepteren, althans de noodzaak te zien erover na te denken en een antwoord te geven. Juist als Marxist en van een marxistisch standpunt uit’.