Hollands Weekblad. Jaargang 3(1961-1962)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] De twee gedachten Een denker dacht met zacht misbaar twee gedachten bij elkaar. Daar zij niet naar buiten kwamen had hij zelf voor hen geen namen. Wij noemen ze dus Ploot en Fuit (zo zagen zij er namelijk uit). Fuit was zestig angström groot maar magerder dan kromme Ploot. Het viel niet op hoe overdag de een over de ander lag maar in de stilte van de nacht lagen zij languitgedacht en zo verward als mensenhaar vochten zij dan met elkaar zodat de denker mompels maakte en met een pijn in 't hoofd ontwaakte. Dus stonden altijd naast zijn bed: a) glas water; b) tablet. Hij goot en kruimde deze dingen dan door het hoofd het lichaam binnen en spoedig lagen Ploot en Fuit en ook anderen het westen buiten. Later hadden zij dan spijt van hun tegenstrijdigheid. ‘Waarom denkt’ riep dan het paar ‘hij ons altijd bij elkaar? Als hij mij om beurten dacht wou 'k wel om de andere nacht opnieuw bedacht.’ Toen kreeg de denker een idee: hij dacht om beurten aan de 2. Nu slaapt hij altijd in op tijd en door tot uren na het ontbijt. Moraal: op enkele dagen van het jaar is bijna alles wel eens waar. Vorige Volgende