Een druipfilm
J. Roukens
Op het ogenblik en overigens al geruime tijd wordt in Nederland de film La Giornata Balorda (Later zul je dansen) afgedraaid, die mij vanwege de superlatieven door alle critici er aan toegekend, wel de moeite waard leek. Zowel de critici als ik hebben zich vergist. La Giornata Balorda is verfilmd (en geschreven) door mensen met een juist gevoel voor de reclamewaarde van de goedwillende paria's die om een eerlijke boterham voor moeder en kind te kunnen verdienen, zich willoos slachtoffer moeten tonen van de magnaten, die geheel ten onrechte het geld beheersen en verspillen. Het scenario is vervaardigd door Alberto Moravia, die het materiële onrecht flink weet te verzachten met zijn liefde voor de prostitutie. De hoeren van Moravia doen het meestal kosteloos, uit medelijden of omdat zij pas om een financiële tegemoetkoming vragen als de vogel gevlogen is. Waaruit wel is op te maken hoe hij zich deze vrouwen het liefst zou wensen. De enige uitspraak die ik mij van hem herinner (in Vrouw van Rome), identificeert het totaal der mannelijke geslachtsdelen met een bruine bloem, en ook hierbij moet de wens moeder zijn van de poëzie.
De film opent met een minutenlang beeld van alle vuile was, letterlijk en figuurlijk, die een huurkazerne maar buiten kan hangen. Daar treedt, vernederd door zijn geboorte die hem werkloos liet, bezwaard door een natuurlijk vaderschap maar ook daardoor moreel niet gebroken, de verschrikkelijk mooie hoofdpersoon op. Het is bekend dat mannen in moeilijke omstandigheden gemakkelijk een rustplaats zoeken op het sexuele vlak, maar weinigen zijn zo lief en soepel van tred dat die plaatsen al bij voorbaat gereserveerd blijken. Nog minder werkloze mannen zien kans, om via één van hun vrouwtjes te belanden op het privéstrand van een oliemagnaat, en van daar tussen het ondergoed van een maîtresse van die magnaat. Alles gebeurt hier binnen de spanne van twaalf uur, het loopt dan ook snel goed af: genoemde maîtresse betaalt voor de ontvangen les in liefde (natuurlijk neemt onze held het geld niet aan dan na een lange strijd met zijn gezond instinct) uit de kas van haar olieman, voor dat geld kan een marktstalletje gekocht worden (dat heeft hij altijd al gewild), en van dat stalletje kan hij een gezinnetje onderhouden. In de slotfase vinden natuurlijk kind, vadertje en moedertje elkaar in een natuurlijke harmonie.
Misschien vindt de lezer La Giornata Balorda nu nog niet eens zo slecht. Dat wordt hij ook pas om de twee volgende redenen: het kruisvaardertje-spelen op halfzachte manier van de makers, en vooral de hula-hula dansen op papier van de recensenten. Allen tegelijk ontdekten zij dat het italiaanse neo-realisme wis en waarachtig niet dood is, al hebben de sufferds van de buitenwacht dat altijd willen suggereren. Een waardig opvolger van Fietsendieven! Kortom realisme in de goede zin des woords.
Aannemelijker lijkt mij dat ook in de kringen der recensenten de koude oorlog niet nalaat vertroebelend te werken. Zij juichen het toe als hun troetelkind, de decadente filmkunst, zich ook eens inzet voor ideeën die meetellen in de wereld. En door daar fiks de nadruk op te leggen tellen zij zelf ook mee. Daar is niets op tegen, maar met filmkunst heeft het weinig te maken als een slechte film in het geding is, die druipend van de pap ons wordt voorgeschoteld.
Onrecht is een heerlijk speelterrein voor romantici, zoals de wereld ook moest zijn bevolkt door een klein groepje genieën en een grote domme massa. In al die tussengebieden vinden de schermutselingen plaats, die het leven de moeite waard maken, althans voor de voyeur. Maar dat betekent ook dat de underdogs weliswaar moeten opkomen voor hun recht, maar dat zij tegelijk het onrecht in ere moeten laten. Wat neerkomt op het devies: wel klagen en snoepen, maar niet stelen en vechten. Het laatste althans niet op de manier die effect sorteert.
Wat betreft Italië komt daar nog bij, dat La Dolce Vita al voldoende afkeer had ingeboezemd voor de upper ten aldaar. Maar die film schoot te kort in romantische zwartwit tekening: met de morbiditeit van een aristocratische gemeenschap waar iedereen even slecht is wisten de critici geen raad. Er moeten alternatieven zijn die de moeite waard blijven, gezonde mensen aan wie zelfs dat kleine beetje wordt onthouden, een eerlijk gezinnetje en een boterham. En die vooral niet meer verlangen.