wil niet zeggen dat men er zich niet op kan toeleggen om het toch te zijn: de gedachte dat het onmogelijk is, heeft een veel minder ontmoedigende werking dan dat het nuttig is.
Daarom dan nog iets over een paar nieuwe boeken die ik de laatste weken gelezen heb, in juist zo'n schrale periode, waaruit als bijna enige inspiratie is overgebleven een onafhankelijk gerijpt voornemen om weer eens iets over boeken te schrijven. Wat er verder is, zijn een paar regels hier en daar waar ik de aandacht op zal vestigen, in Royale geest (dit is wel echt het soort grapje voor iemand met een positieve kijk). Ik bedoel niet dat de indruk van de boeken door die regels gedomineerd wordt. Dat is bijvoorbeeld niet zo in het geval van English Hours van Henry James, heruitgegeven door Heinemann, waar dit citaat uit komt: ‘Conservatism has the cathedrals, the colleges, the castles, the gardens, the traditions, the associations, the fine names, the better manners, the poetry; Dissent has the dusky brisk chapels in provincial by-streets, the names out of Dickens, the uncertain tenure of the h, and the poor mens sibi conscia recti.’ Dat lijkt mij een rijke formule, zowel door de ouderwetse charme van de détails in de twee contrasterende beelden als door de duurzame geldigheid van het idee; en mijn genoegen wordt gecompleteerd door dat ‘poor’ voorafgaand aan het Latijnse schone geweten. Er zou een hele serie artikelen te maken zijn op een basis van deze woorden.
Het conservatisme en de betere manieren van James zelf zijn verder lang niet altijd zo verkwikkelijk in dit boek, waar hij overigens niet te scherp op aangekeken mag worden, want het zijn maar impressies van Londen en van andere plaatsen die hij voor Amerikaanse bladen schreef. Vaak is het voorzover ik zien kan alleen nominaal bewonderenswaardig, als werk van een aanzienlijke technicus; maar het blijft uitkijken, want er staan wel meer van die merkwaardige dingen tussen.
Een ander geval is dat van de nieuwe roman van Claude Mauriac, La Marquise sortit à cinq heures (Albin Michel). Daar heb ik mij ook een beetje moeizaam een weg door gebaand, maar dit is op zichzelf al een bericht van positieve strekking, want van zijn eerste roman, Toutes les Femmes sont Fatales, kon ik maar tien pagina's velen; de tweede, Le Dîner en Ville, heb ik met een haast ondraaglijke tegenzin helemaal doorgebladerd; maar met deze derde heb ik wel plezier gehad, het meest misschien om de opmerking dat het niet aan critici zou ontbreken ‘die van mijn boek zullen zeggen dat het beste er in, dat
zijn de citaten’. Die zijn inderdaad heel goed gekozen, en ze zijn zo talrijk en lang dat ze voor een groot deel de indruk bepalen die het boek nalaat. Het gaat over een romancier die een boek maakt over wat er gebeurt in de loop van een uur, tussen vijf en zes's avonds, op de Carrefour de Buci, in St. Germain-des Prés, aangevuld met beschrijvingen van historische gebeurtenissen op dezelfde plaats - dat zijn de citaten. Het minste wat er voor Mauriac gezegd moet worden is dat hij die niet alleen goed heeft gekozen, maar ook zo goed verwerkt dat zij een sterkere suggestie van onmiddellijk leven geven dan zij in het verband van hun oorspronkelijke tekst zouden kunnen doen. Zijn eigen werk heeft ook een paar goede passages, maar zijn bijdrage aan de nouveau roman klinkt mij nog steeds wat gedwongen. Hij schrijft alleen dialoog en gedachten, ‘alles moet op het papier’; de dialoog is vaak het beste, de gedachten zijn zo opdringerig sexy dat het wel lijkt of Mauriac meent een campagne te moeten voeren om ons te overtuigen van het belang van het geslachtsleven.
Zo heb ik de laatste tijd nog verscheidene andere boeken met vertragingen doorgelezen, maar die waren minder aandacht waard dan deze twee, en het lijkt mij eigenlijk nergens goed voor, of zelfs maar nuttig, om daar over uit te pakken. Bovendien blijkt bij nader onderzoek dat ik ook in die vaag omschreven laatste tijd Sowing gelezen heb, de eerste aflevering van de autobiografie van Leonard Woolf (Hogarth Press), en daarmee is mijn recht tot klagen over een schrale tijd verzwakt. Zelden heb ik zo'n onweerstaanbaar boek gelezen over iemand z'n kindertijd en studententijd, en onweerstaanbaar niet door suggestie en sfeermaken, maar op de meest intelligente, onderzoekende, selecterende manier. Wie het nog niet gelezen heeft, al is het van vorig jaar, moest het nu maar eens doen - dat is dan toch iets nuttigs om te weten.