Brief uit Parijs
J.S. Cramer
Als gevolg van het laat ontwaken van een soort intellectueel fatsoen verkiezen wij sedert enige tijd met ernst de films die de critici aanbevelen boven het onversneden produkt van de vermaaksindustrie. Zo bezocht ik na een zijdelingse blik naar Une nuit à l'Opéra van de Marx brothers, altijd wel in reprise in de een of andere buurtbioscoop, La nuit, tout court, meesterwerk van Antionini, groot Italiaans filmvernieuwer, gelauwerd op festivals van 't vorig seizoen. De gestatieperiode die verlopen moet voor een film ons bezoek ontvangt is drie of vier maanden ononderbroken vertoning door in 't oog vallende bioscopen.
Voor wie de film niet kent geef ik aan dat het een minder onderhoudende versie van La dolce vita is. Kon men uit die film concluderen dat Rome toch veel voor heeft op Den Haag, na La nuit geef ik toe dat het leven ook in Milaan zijn beroerde dagen kan hebben. Het gaat er over een enigszins versleten huwelijk, tijdens de handeling (één nacht) gesitueerd in een omgeving van holle rijkdom die er weinig mee te maken heeft maar commercieel illustratiemateriaal oplevert. Een geval van pretentieuze verlakkerij.
Wie hier overigens een aanbeveling uit leest zal bedrogen uitkomen: de film duurt twee uur en suggereert de lamlendige hangerigheid van het feest dat we bijwonen zo overtuigend dat ik zelf tersluiks mijn horloge ging raadplegen. Hier overschrijdt het middel zijn doel: verveling en leegheid worden zo goed weergegeven dat de weergave zelf vervelend en leeg wordt. Een naïever voorbeeld van hetzelfde is Dutourd's Dupe, een boek dat ik ook al door een gunstige kritiek misleid kocht en las. Zestig bladzijden of daaromtrent zijn gewijd aan een vervelende levensbeschrijving van een vervelende vroege marxist, die - en dat is de clou - niet heeft bestaan. Heeft de schrijver ons daar even te pakken gehad? Ik geloof van niet. Hij heeft ons inderdaad stom verveeld, maar als ik me hem voorstel, bezig met ijver en heimelijk plezier zestig bladzijden onleesbare en volstrekte verveling
De tekeningenserie ‘Winterreise’ is van Slachters Keesje
te kopiëren, dan houd ik het ervoor dat hijzelf het eerste slachtoffer van zijn te goed geslaagde grap is. Een veeg teken als men een genre dat men meent te verachten perfekt kan imiteren en het de moeite waard vindt de imitatie te beoefenen.
Juristen en democraten maak ik attent op de huidige franse staatsvorm, welke die van de legale dictatuur is. Op 23 april nam de President van de Republiek met een beroep op de uitzonderingstoestand de volledige bevoegdheden in handen en sindsdien is ons meegedeeld dat deze uitzonderingstoestand blijft bestaan tot het Algerijnse conflict is opgelost. Volledige bevoegdheden betekent hier: volledige bevoegdheden. De President besluit. Voorbeelden: instelling van een bijzonder gerechtshof, ontbinden van de orde van advocaten (Algiers), het opheffen van kranten (de betreffende bladen bestaan niet meer, gewoon; ook in Algiers). Nu is dat niet zo heel buitengewoon, want de regering beschikt al jaren over alle mogelijke en onmogelijke bevoegdheden, zodat de feitelijke maatregelen tenslotte vaak berusten op een onoverzichtelijke lappendeken van wettelijke bepalingen. Zo zijn er van de een maand geleden opgepakte activisten van rechts nog twintig over; na veertien dagen politiearrest (‘aanhouding’?) en veertien dagen voorarrest vallen ze tenslotte in het net dat drie jaar geleden bij decreet werd gespannen om algerijnse nationalisten in op te vangen. En ze verdwijnen - zonder dat er een strafvervolging wordt ingezet - in een kamp waar tot voor kort deze tegenpartij verbleef.
De laatste opstand in Algiers heeft de franse positie tegenover de autochthone opstandelingen versterkt; geloof ik mijn krant, dan zijn er 25.000 politiemannen nodig om de europese bevolking kalm te houden. Voor de andere opstandelingen lijkt mij de onmiddellijke verantwoordelijkheid voor orde en rust (hoe betrekkelijk dan ook) onder deze omstandigheden nu niet iets om de fransen al te zeer om te benijden. Niet voor niets waren sommige muitende generaals van plan de dienstplichtigen uit het moederland naar huis te sturen en de plaatselijke europese bevolking te mobiliseren. Hebben we hier dan eindelijk eens het geval waar de onafhankelijk wordende bevolking werkelijk belang heeft bij een geleidelijke overdracht van bevoegdheden?