staan op de grens, die het familieblad Vizier van het TV-weekblad Tele scheidt. Van de ongeveer 32 pagina's die speciaal aan de televisie zijn gewijd en het blad zijn specifieke karakter verlenen, moeten vooral de toneelbeschouwingen van Dick de Vilder worden geprezen. Uit alles blijkt, dat hij de stukken werkelijk pleegt te lezen, zelfs als het een onbenullig stuk betreft dat zich alleen als gestencild manuscript in handen van de spelers bevindt. Hij schrikt er zelfs niet voor terug in bescheiden mate kritiek te uiten over een stuk, een ongehoord verschijnsel, waartoe nog geen enkel programmablad van de omroepverenigingen is durven overgaan.
TeleVizier is daarom verre te prefereren boven de programmabladen van de omroepen. Het geeft meer informatie over de programma's en hoeft zich niet het air te geven, dat ieder programma een hemels geschenk is. Daarom stelt het teleur, dat de voorbeschouwing over de dinsdagse film zich gewoonlijk beperkt tot een inhoudsopgave. Juist over de films immers kan men, door het aanhalen van de filmkritieken die indertijd geschreven zijn, de kijkers een idee geven van de kwaliteit van het gebodene. De muziekprogramma's, zowel die van de radio als van de TV (opera's vooral) krijgen daarentegen weer een uitstekende inleiding van Otto Glastra van Loon, en voor sommige, uit de band springende programma's, worden door insiders voorbeschouwingen geschreven: Ernst van Altena over ‘Chansons, songs en liedjes’, Wim Ibo over ‘Witte zwanen, zwarte zwanen’ enzovoort. Toen Olof en Krebbers samen optraden voor TV, nam men een hoofdstuk over uit Olofs pocket ‘Daar sta je dan’, waarin hij voornamelijk over Krebbers schreef. Men deinst er ook niet voor terug onder dankbetuiging een televisie-enquête van het Algemeen Handelsblad over te nemen, daarmee in zekere zin de eer aan een ander blad gunnend. Aan de andere kant legt dit ook weer een wonde plek bloot bij TeleVizier in vergelijking met zijn voorganger T.V., dat zich verdienstelijk maakte door enkele groot opgezette enquêtes onder het televisiekijkende publiek. TeleVizier heeft die goede gewoonte, vermoedelijk uit financiële overwegingen, niet overgenomen. Dat heeft men wel gedaan met de aantrekkelijke ‘Levens in beeld’ van televisie- of andere persoonlijkheden als Rob de Vries, koningin Fabiola en Catharina Valente, de laatste zelfs twee keer, eerst in T.V., later, enigszins anders uitgebeeld in TeleVizier. Onbegrijpelijk is het, dat
TeleVizier sinds enige tijd de kritieken op de programma's heeft afgeschaft. T.V. wijdde er een volle pagina aan, TeleVizier begon net zo, maar nam op die pagina ook kritiek op de Duitse en Belgische programma's op, en op het ogenblik is men er helemaal mee opgehouden. Deze kritieken leden weliswaar onder de anonimiteit van de schrijver of schrijvers, maar gaven toch een indruk van de instelling van het blad tegenover velerlei programma's. Als andere weekbladen als Vrij Nederland en Elsevier's Weekblad er een televisie-kritiek op na kunnen houden, mag dat toch zeker verwacht worden van een T.V.-weekblad! Er zijn andere rubrieken, die ik er graag voor cadeau zou geven. Ik noem de twee bladzijden TelePlezier, onder redactie van grootmeester Eli Asser, en best aardig als je ze begint te lezen. De opmaak, en de illustraties van Frits Müller, nodigen daar echter zelden toe uit, en de enkelen die het wèl lezen, schrijven dan ook prompt serieuze sollicitaties naar de functie van wartaalreporter, wat dan beleefd afgewimpeld moet worden door hoofdredacteur Benda in zijn inleidende rubriek. Maar goed, er zijn dus inderdaad lezers voor TelePlezier. Laat men dan de rubirek ‘TeleVizier brengt u deze week:’ afschaffen, want er is toch geen mens die zich interesseert voor een korte, bovendien onvolledige inhoud van het navolgende. Bepaald rücksichtslos toonde TeleVizier zich in een tweetal recente reportages over een bekende televisiepersoonlijkheid: Lou van Burg en Karel Jonckheere. Behalve de goed geschreven ‘profiles’, kregen we daarbij een twaalftal ‘burgers’ met foto en toenaam opgediend, die wel erg ronduit hun mening over de populaire figuur in kwestie zeiden. ‘Jonckheere? Veel te saai! Een droogpruim!...’, meende stationsbeambte J.K. Verhoeve uit Amersfoort. En mej. T. van Doorne,
verkoopster in Utrecht, vond ome Lou maar ‘een heel akelig mannetje.’ Dat is de manier, waarop het gros van de kijkers reageert. Weinig subtiel, direct, en zonder mededogen. Iemand die in de krantenkritieken met veel omslag ‘niet de juiste persoon op de juiste plaats’ wordt genoemd, heet in de huiskamer al gauw een slijmerd, of een patjepejer. TeleVizier is een blad, dat zich tot deze mensen richt, en daarom de subtiliteit niet als zijn grootste verdienste in zijn wapen voert. Op de genoemde feilen na, is het echter wel het blad dat het wil zijn. In het televisieforum ‘De Kring’ werd eens als een der definities van een goede roman aanvaard, dat dit een roman is die waar maakt wat het wil zijn. Naar dit criterium gerekend, is TeleVizier dus een goed ‘familie- en T.V.-weekblad’.