Brief uit Australië
Een week vol verwarring
P.M. Reinders
De installatie van de Nieuw-Guinearaad is hier in Australië niet ongemerkt voorbijgegaan. Dat was waarschijnlijk de bedoeling ook niet, want er was veel ruchtbaarheid aan gegeven en men had allerlei belangrijke Australische gasten naar Hollandia gehaald, zoals de heer Hasluck die als minister verantwoordelijk is voor Australisch Nieuw-Guinea, en de voorzitter van de Senaat, en ook nog een parlementaire delegatie. Of het echter de bedoeling is geweest, dat er bij deze gelegenheid zoveel stof zou opwaaien dat de Australische pers van ‘een week van verwarring’ sprak, is daarentegen niet erg waarschijnlijk.
Het begon op 5 april, toen verschillende kranten met grote koppen op de voorpagina aankondigden dat Nederland militaire hulp van Australië, Amerika en Engeland verwacht als Indonesië een aanval doet op Nieuw-Guinea. Dat was naar aanleiding van een uitspraak van staatssecretaris Bot in Hollandia aan de vooravond van de opening van de nieuwe Raad. Voor dit soort uitspraken heeft men in Australië nu eenmaal grote belangstelling, en de opinie die de heer Bot hier uitte, kwam - zacht gezegd - als een grote verrassing. De Sydney Morning Herald reageerde er onmiddellijk op met een bijzonder scherp hoofdartikel, getiteld ‘The indiscretion of Dr. Bot’. Er zijn twee mogelijkheden, schreef dit blad: ‘Either Dr. Bot was guilty of a personal indiscretion of the first order, or, on instructions from his Government, he was deliberately seeking to force the Powers concerned to declare their attitudes’. Het laatste wordt als te kras verworpen, en men houdt het erop dat de heer Bot alleen maar erg indiscreet is geweest, zo erg dat het blad zijn uitspraak als ‘inexcusably clumsy’ kwalificeert. De conclusie van het artikel is dat ‘the Australian Government is bound to take the greatest exception to his statement’. Dat zijn harde woorden van een serieuze, allerminst sensationele, allerminst anti-Nederlandse krant. Ondertussen had de heer Bot meteen al laten weten dat hij het niet gezegd had. Hij had gezegd: ‘We do not expect any trouble right now. But if trouble came, you could not expect Holland to handle it alone, could you?’ Verder had hij gezegd dat bij een aanval op Nieuw-Guinea de Verenigde Naties wel in actie zou komen, en dat er in het kader van de V.N. hulp van Amerika, Engeland en Australië te verwachten was. De heer Bot ontkent dus niet dat hij hulp verwacht en zijn precisering maakt in wezen weinig verschil met wat hem eerst in de schoenen geschoven werd.
De Australische kranten hebben er zich nu meer dan een week mee beziggehouden wat de heer Bot precies gezegd of bedoeld kan hebben. ‘De twijfel blijft bestaan’ schreef The Herald nadat de heer Bot zijn uitspraak gepreciseerd had, en The Age beklaagde zich over de verwarring die de heer Bot veroorzaakt had, en vroeg aan de Australische regering om op ondubbelzinnige wijze te ontkennen dat er een geheime overeenkomst bestaat, waarbij Australië gehouden is aan Nederland militaire steun te verlenen in het geval van een gewapend conflict met Indonesië. De Australische regering heeft tot nu toe geen gehoor gegeven aan dit verzoek van The Age, noch aan de uitnodiging van de Sydney Morning Herald om tegen de uitlating van de heer Bot te protesteren. In ieder geval niet officieel. Het schijnt dat de heer Hasluck in een telegram aan minister-president Menzies de verwachtingen van de heer Bot geïsoleerd heeft van het officiële Nederlandse standpunt, en ambtenaren in Canberra hebben verklaard dat er geen geheime overeenkomst bestaat. Menzies zelf, die over het algemeen toch niet te verlegen is om een woordje mee te praten, doet er het zwijgen toe.
De houding van de Australische regering in het dispuut tussen Nederland en Indonesië is, zoals men weet, die van de neutraliteit. Australië erkent de Nederlandse souvereiniteit over Nieuw Guinea, maar vermijdt verder alles wat Indonesië zou kunnen prikkelen. Het tracht de vriendschapsbanden te cultiveren door het Colomboplan en wederzijdse bezoeken (Menzies heeft Soekarno enige tijd geleden bezocht en over enkele dagen komt Nasoetion hier), maar tegelijkertijd is het erg bang dat de Indonesiërs op Nieuw-Guinea terecht zullen komen: een verre vriend is beter dan een