Scherzo
‘Wat voer je toch uit onder die tafel, Kanneke?’ zo wilde Mr Onrust weten.
‘Ik zoek een pinda die gevallen is’, aldus Drs Kanneke.
De aanzittenden aan de tafel hadden hoofd en bovenlichaam van Drs Kanneke geheel uit het oog verloren, alsmede uiteraard, zoals reeds eerder het geval was, diens onderlichaam en benen. Deze was, terwijl hij zich bezighield met deze naar de mond te brengen, de macht over een pinda kwijtgeraakt, welke zich thans op de vloer bevond. Door hem werden verbeten pogingen in het werk gesteld de zo kleine versnapering andermaal in handen te krijgen.
Mr Onrust bracht naar voren dat het wellicht aanbeveling zoude verdienen een en ander te laten rusten, doch Drs Kanneke gaf als zijn mening te kennen, dat, waar hem dit te zijnen huize door zijn echtgenote niet werd toegestaan, het veelszins correcter ware ook in openbare ontmoetingsplaatsen, ongeacht de al dan niet aanwezigheid van zijn echtgenote, zulks niet te doen.
Inmiddels was door de heer Lus, de heer Schagchel verzocht naderbij te treden. De heer Lus maakte de heer Schagchel opmerkzaam op het feit dat zich in zijn glas geestrijk sap een vermoedelijk reeds overleden vlieg drijvende bevond. De heer Schagchel kon zich persoonlijk van de juistheid van deze bewering overtuigen. Deze verklaarde dat in het onderhavige geval volstaan kon worden met de verwijdering van het kadaver uit de vloeistof, en plaatste te dien einde zijn pink op geringe afstand boven het oppervlak daarvan. Dit werd hem echter verhinderd door de heer Lus, welke verklaarde, te verwachten dat hem een ander glas verstrekt zou worden van soortgelijke inhoud, althans zoals bedoeld in zijn bestelling, en dat een en ander zou geschieden zonder dat hieruit een vermeerdering van de door hem reeds opgelopen kosten voortvloeide. De beide heren zagen elkander met ernstige gezichten aan.
‘Ik zal eens vragen’, aldus de heer Schagchel, welke zich daarop naar het buffet begaf. Middelerwijl hadden hoofd en bovenlichaam van Drs Kanneke zich andermaal onder de aanwezigen gemengd, terwijl deze, ten bewijze dat hem hem had mogen gelukken een en ander te bemachtigen, de betreffende pinda omhoog hield. Drs Kanneke liet zich daarop deze goed smaken, echter niet dan nadat Prof. Vietsemakers zijn verwondering had uitgesproken dat deze nog wenste, dit te doen.