Voorspellingen
H. Brandt Corstius
Enige maanden vóór het wereldkampioenschap schaken in Moskou tussen Tal en Botwinnik schreef ik in dit blad dat de eerste het wel zou winnen. Dat is dus uitgekomen, maar het is een doorzichtig trucje om zó goede voorspellingen te doen. Men zegt gewoon iets waar ongeveer vijftig procent kans op bestaat en dat zich pas na enige tijd gaat afspelen. Was de voorspelling goed dan herinnert men de lezers er even aan (hetgeen dus hierbij gebeurd is), was het net fout dan doet men er verder het zwijgen toe.
Er is nog een iets subtielere manier om gelijk te krijgen met profetieën. Wanneer iemand met u wil wedden over de vraag Oorlog of Vrede, is het het handigste op oorlog te wedden. Dan krijgt u immers altijd gelijk: of het is vrede, d.w.z. de oorlog kan nog uitbreken, of het is oorlog en de weddenschap is gewonnen. In het geval oorlogvrede is het procédé wat erg doorzichtig en zal de ander er op staan een bepaald jaar vast te stellen waarop de weddenschap beslecht moet worden. Maar toen er enige tijd geleden in een lezing door de radio werd verklaard dat de ruimtevaart, dat wil zeggen het reizen van mensen naar andere hemellichamen, een illusoire zaak was, moest ik aan dit procédé denken. De spreker, prof. Van den Bergh, had natuurlijk het grootste gelijk van de wereldruimte met te zeggen dat deze ruimtevaart, voorzover het het vervoer van mensen betreft, nutteloos, gevaarlijk en onzinnig is. Maar nutteloze, gevaarlijke en onzinnige dingen gebeuren nog wel eens. En het gaat dan ook bepaald te ver om te zeggen dat er nooit mensen op bij voorbeeld de maan zullen komen. De afschuwelijke maantoestanden, die de radiostem ons zo deskundig beschreef dat men haast aan zijn stelling begon te twijfelen, lijken me eerder een uitdaging om er tóch heen te gaan. Er zijn tenslotte op aarde nog heel wat plekjes waar nog nooit een mens was. Maar daar gaat niemand heen, juist omdat men weet dat het wel kan, dat er zuurstof is, water, een prettige temperatuur, kortom dat het op aarde is. Hoe naar het op de maan ook zal zijn, er is geen principiëel Verboden Toegang. Wel geloof ik dat men het in een heel verkeerde richting zoekt door met behulp van duikerpakken of grote koepels onze onhandige lichamen in een pseudo-aardse atmosfeer te willen brengen. Men zou er beter aan doen onze lichamen aan de maanse toestanden aan te passen. Mocht dat gelukken dan zou prof. Van den Bergh dus toch nog gelijk krijgen, want de reizigers die hier in de
raketten stappen, zijn dan niet zozeer mensen als maanbewoners in ballingschap. Het grove gebrek aan fantasie bij de huidige leiders van ruimtevaartprogramma's maakt echter dat men liever de degelijke weg bewandelt en de ruimtevaarders een stukje aarde meegeeft, zodat zij op de maan leven zoals de Amerikanen hier in een Hiltonhotel. Wel het opwindende gevoel ergens anders te zijn, en van de aarde meegenomen maanansichten naar huis sturen, maar het comfort en milieu van thuis. Pas eeuwen later zal er een beweging ontstaan die het kamperen op de maanvlakte, het wandelen in het romantische aardelicht en het leren van de taal der inboorlingen voorstaat. De vraag of men er indertijd wel goed aan heeft gedaan die dure raketten te maken, wordt dan even irrelevant als de vraag of Columbus ons wel een dienst heeft bewezen door met zijn Santa Maria Amerika te ontdekken. Maar ik beweeg me alweer op het voorspelgebied en dat is té gemakkelijk. Iemand die beweert dat ruimtevaart door mensen nooit verwezenlijkt kan worden, kan alleen maar ongelijk krijgen. Iemand die de wildste fantasieën over de toekomst bedenkt, kan alleen maar gelijk krijgen.