is hier prachtig en voor mijn primitieve gevoel volkomen Afrika. In de reusachtige bomen zitten grote witte duiven die een geweldig lawaai maken en alles is doordrenkt van een vochtige loom makende warmte.
We gaan door het oerwoud met een auto over een karrespoor naar Portugees Guinea. Wat mij als nieuwkomer vooral opvalt is het merkwaardige diffuse licht en de vreemde geluiden in het oerwoud, Op onze tocht komen we een wilde ‘floup’ tegen die met pijl en boog op vogels loopt te jagen. De negerstammen hier in de buurt zijn nog volkomen ongeciviliseerd. In Varela, in Portugees Guinea zitten we in een primitief hotelletje dat echter door de smokkelhandel van alle denkbare merken sigaretten is voorzien. Een ‘floup’ komt uit het bos om mee te helpen bij het opknappen van het terras. Hij wordt volkomen ‘genegerd’ door de portugese negerbedienden, die hem het gebruik van een stoel proberen uit te leggen. Tenslotte gaat hij maar weer moedeloos op de grond zitten. Evenals in Portugal zie je hier portugezen rondlopen in alle tinten, van volkomen zwart tot helemaal blank, een gevolg van de portugese manier van koloniseren.
4 november. Weer terug in Dakar. Ik ga nu op bezoek bij senegalese regeringsmensen. Het is heel gemakkelijk een audiëntie te krijgen; blijkbaar zien ze buitenlanders wel graag. Senghor, de president is in Parijs, wat erg jammer is; met de secretaris-generaal Diallo heb ik een vrij lang gesprek. Intelligente en volkomen frans opgevoede senegalees die uitstekend frans spreekt. Het is opvallend dat iedereen van hoog tot laag uitstekend frans spreekt.
Het hele regerings-apparaat is ondergebracht in een reusachtig gebouw dat oorspronkelijk bestemd was om de hele administratie van frans West-Afrika te herbergen. Het is nu dus veel te groot voor Senegal alleen en ze zwemmen er in de ruimte. Het versterkt weer mijn gevoel, dat Senegal door de omstandigheden een van de rest van Afrika afgesneden voorpost is geworden met een economisch en politiek vrij zwakke basis.
Dakar zelf is ontstaan als een ravitaillerings-post op de route langs Afrika en niet als een natuurlijke haven aan een rivier-monding. De verbinding met het achterland is alleen de spoorweg.
De minister van transportzaken Abdoulaye Fofana is optimistisch gestemd over de mogelijkheden, dat de breuk tussen Senegal en de Soudan (nu Mali) weer bijgelegd wordt, maar als ik hem vraag wanneer dat dan zal gebeuren, antwoordt hij ontwijkend. Uit het gesprek krijg ik weer de indruk dat het in de afrikaanse politiek minder om beginselen dan om een ‘incompatibilité d'humeur’ tussen de verschillende leiders gaat. Modibo Keita, de autoritaire soudanees kan niet overweg met de minder autoritair aangelegde senegalezen. Allen hebben echter min of meer socialistische ideëen, maar je moet voorzichtig zijn dit in westerse zin uit te leggen, er spelen te veel voor ons gevoel irreële factoren door heen.
5 november. Afscheidsdiner met mijn franse gastheren op het onbehoorlijk romantische Ile de Gorée (Goeree) voor de kust van Dakar. Palmen, een reusachtige tropennacht en alleen maar 3 à 400 jaar oude huizen; Gorée het oude slavenstation is nu zo dood als een pier. Met mijn oude gastheer D. bezoek ik onder leiding van een paar slimme negerjochies het
De tekeningen in dit nummer (‘Vijf van rood’) zijn van Peter Vos
‘maison des esclaves’. Na afloop krijgen ze een fooi waar ze van omrollen onder voorwaarde dat ze aan hun vader vertellen dat het de député D. was die hen op deze wijze bedacht. Ze verdwijnen grinnikend in de nacht. In de verte flonkert het silhouet van Dakar met als markant punt het indrukwekkende paleis van de franse hoge commissaris voor West-Afrika waar Senghor nu woont.
7 november. Conakry in Guinea. De controle op het vliegveld was grondig en alles werd op een naoorlogs-europese manier door de douane onderzocht. Ik heb een nieuw frans woord geleerd, ‘rouspéter’, tegenstribbelen, pruttelen, het is een woord dat de houding van de fransen hier goed weergeeft en mijn franse gastheer L. gebruikt het dan ook telkens. Hij is nogal zenuwachtig en moroos omdat z'n vrouw in Frankrijk zit en daar ook blijft; de meeste fransen hebben hun families terug gestuurd. De aanleiding voor de afscheiding van Guinea uit de franse Communauté was een opzettelijk verwekt misverstand tussen De Gaulle en Sekou Touré; de laatste franse hoge commissaris Cornut Gentille schijnt namelijk een brief met de tekst van een redevoering van Touré, bestemd voor De Gaulle te hebben achtergehouden. Daarop hield Sekou Touré de bewuste redevoering in Conakry in de veronderstelling dat De Gaulle met de tekst accoord gegaan was. Gevolg, een woedende De Gaulle, die zelfs zijn kepi op het spreekgestoelte liet liggen, een breuk met Sekou Touré die nog moeite deed De Gaulle te spreken te krijgen, een massief ‘neen’ bij het referendum en daarna uittocht van de franse regeringsambtenaren met medeneming van telefoons en kranen uit de douches. Deze uittocht met medeneming van alles maakte een bar slechte indruk en sindsdien regent het nog kleine pesterijen over en weer. De oorzaak van dit alles ligt natuurlijk dieper; Sekou Touré meende waarschijnlijk dat hij met de minerale rijkdommen van Guinea achter zich een onafhankelijke politiek kon voeren. Het gevolg daarvan is dat alle grote winkels met verbruiksgoederen nu leeg zijn. Ik zag een winkel met instrumenten en werktuigen uit Oost-Duitsland; voor de rest importeerden de russen allerlei onnuttige zaken zoals enorme hoeveelheden koffertjes waar iedereen nu mee rondloopt in Conakry, maar katoentjes bijvoorbeeld ontbreken bijna geheel.
Een inwoner van Conakry vertelde me een beetje meesmuilend de historie van de russische suikerklontjes die eerst niet smelten wilden, hetgeen een rare indruk maakte in een land waar de bevolking veel suiker gebruikt. Nu zijn er betere russische suikerklontjes.
Er zijn hier ongeveer 6000 chinezen die ik o.a. bezig zag met een tentoonstellingshal voor een chinese tentoonstelling. Een guinees die naast mij er naar stond te kijken merkte op, dat de chinezen alles zelf deden en dat de bevolking er niet aan te pas kwam. En dat terwijl er een vrij grote werkloosheid is in Conakry. Werkloosheid is overigens een betrekkelijk begrip hier; een man uit de ‘brousse’ komt naar de stad en vindt daar werk, na een tijdje komen zijn vriendjes uit het binnenland ook, die hij dan soms voor lange tijd onderhoudt. Eén man verdient soms de kost voor 15 volwassenen, een situatie die hier niet vreemd gevonden wordt en ook mogelijk is gezien de geringe levensbehoeften.
De moeilijkheid voor het régime van Sekou Touré lijkt me op het ogenblik het tekort aan verbruiksgoederen. Hij had net een redevoering gehouden voor de vertegenwoordigers van buitenlandse handelshuizen en hen verzekerd van zijn medewerking, maar door de fransen werd dat gezien als een manoeuvre om hun straks als het toch niet goed zou lopen, nog meer te verwijten. Voor-