De kluchtcrisis
De kabinetscrisis is de grootste politieke klucht geworden, die ooit in Nederland is vertoond. De hoofdkluchtspelers Bruins Slot en Tilanus hebben hun rolletjes heel boertig gespeeld en zijn onder grote hilariteit op de vlucht gegaan voor het kabinetde Quay (dat natuurlijk ook hard lachte) en voor de fracties van de K.V.P. en de V.V.D. Voor een vrolijker schouwspel hadden Bruins Slot en Tilanus niet kunnen zorgen, zij hebben zichzelf werkelijk overtroffen. De honende woorden van vriend Oud, die de gekromde ruggen van de anti's striemden, maakten alles nog vermakelijker. Vermoedelijk was de V.V.D.'er zo ontstemd over zijn protestants christelijke bondgenoten, omdat ze zijn Kerstdagen hadden verknoeid.
De K.V.P., van nature nogal boertig van optreden, hoefde zich niet extra in te spannen. Dat was maar goed ook, want Romme's vervanger, de heer Andriessen, een vriendelijke, erg middelmatige politicus, is niet tegen zware problemen opgewassen. Hij is een man met nog minder persoonlijkheid dan Tilanus. De K.V.P., die indruk krijgt men trouwens steeds meer, vindt het hele parlementaire gedoe maar larie. Zij is een log zelftevreden lichaam, dat zich slaperig oprolt en de andere partijen de weg verspert. Sedert Romme ziek is geworden, heeft deze grootste fractie in de Kamer alleen nog maar brabbeltaal gesproken. Zij hoeft ook geen verstandige taal te spreken, want haar politieke doeleinden worden heel keurig en heel rustig verwezenlijkt met de steun van de coalitiegenoten. Dat de parlementaire spelregels daarbij opzij worden gezet, mag niet hinderen. In Spanje en Portugal gaat het nog veel eenvoudiger.
Op 5 januari heeft de regeringsgetrouwe meerderheid in de Tweede Kamer nu eens heel duidelijk haar ware gezicht getoond: een groep volksvertegenwoordigers, die niet eens meer in hun eigen woorden geloven.
A.F.L.