Fusie
De Koninklijke Zoutindustrie en de Koninklijke Zwavelzuurfabrieken voorheen Ketjen gaan fuseren. De Kon. Zout was al geruime tijd op het expansiepad (Albatros, Preussag). Ketjen is bepaald geen bedrijf dat ‘van ellende’ moest zoeken opgenomen te worden in een grotere industriële eenheid. De chemische concentratie loopt in ons land tamelijk hard van stapel, hetgeen mede een oorzaak heeft in het tot stand komen van de Euromarkt. Het is merkwaardig, dat deze groten en sterken over allerlei fusieproblemen betrekkelijk gemakkelijk kunnen heenstappen, terwijl allerlei kleintjes, tienduizenden kleintjes, waarvoor fusie broodnodig is, er zo moeilijk toe kunnen komen. Er zijn daar organisatorische problemen, maar vooral fiscale en vennootschapsrechtelijke. Het individualisme staat ook menige redelijke fusie in de weg. Hetgeen tot gevolg heeft, dat door het uitblijven van honderden fusies van kleintjes een veel te zware wissel wordt getrokken op arbeidsmarkt, distributiekosten, kapitaal, deviezen, infrastructuur etc. De eenheden uit de negentiende eeuw hebben hun tijd gehad, als men ten minste de industrialisatie niet wil laten stilstaan op het niveau van 1955. Het neerzetten van een nieuwe pui voor een winkel is geen investering die voor het nationale inkomen zoden aan de dijk zet. Het uitbreiden van een chemische fabriek is dat wel.
E.D.