De bom
H. Brandt Corstius
Het morele probleem van onze tijd is niet, zoals de pacifisten ons willen doen geloven, of we de bom wel of niet mogen bezitten. Men kan nu eenmaal niet met meerderheid van stemmen een natuurwet afschaffen. Krijgen de bompacifisten hun zin dan neemt de kans op een conventionele (grappig woord) oorlog alleen maar toe, en is die eenmaal uitgebroken dan duurt het niet lang meer of men gaat zich het fabricageproces weer herinneren.
Het morele probleem van onze tijd is een heel ander. Er zijn vier redenen waarom het nooit behandeld wordt:
1. | Het is een volkomen nieuw probleem, dat voor het eerst op deze planeet gesteld kan worden. Gebrek aan voorstellingsvermogen maakt dat men het niet als probleem ziet. |
2. | Het is geen prettig probleem. |
3. | Het is onwaarschijnlijk dat het probleem zich inderdaad voor zal doen. In ‘'t zal zover wel niet komen’ zit meestal een verdringingsprocedé. |
4. | Eén bepaalde oplossing van het probleem (en het is die oplossing, die hier verdedigd zal worden) zou onze positie ten opzichte van ‘de vijand’ verslechteren. |
Wat is het probleem?
Stel dat ‘de Russen’ inderdaad komen in de sciencefiction-vorm van de plotselinge aanval met atoomraketten op onze steden en militaire steunpunten. Er is geen twijfel mogelijk dat dit kàn. Moeten wij, nee wij zijn er dan waarschijnlijk niet meer, moeten onze vertegenwoordigers, een handjevol Amerikaanse vliegers die toevallig op het uur U in de lucht waren, op dezelfde manier het land van de vijand bestoken? Let wel: de hypothese is dat wij al verloren hebben. Het enige wat we nog kunnen doen is de overwinnaar ook laten verliezen. Moeten wij deze posthume wraak uitoefenen of niet?
Van de vier redenen om dit probleem te ontwijken zijn de eerste twee niet geldig. De derde wel: het is uiterst onwaarschijnlijk dat de niet onwaarschijnlijke derde wereldoorlog op zo'n manier zou uitbreken. Veel waarschijnlijker is een uitbreiding van een conflict ergens in Laos, Formosa, Nieuw-Guinea of in de traditionele onvermijdelijke oorlogsbron: Duitsland. In één opzicht is de Duitse eenheid al aardig op gang, als men sommige Oost- en Westduitsers zo hoort: een eensgezinde doodsverachting en de mond vol van ‘heilige oorlog’.
Maar als de onwaarschijnlijkste mogelijkheid toch werkelijkheid wordt, wat dan? Moeten wij in onze val de hele mensheid meeslepen? (Dit klinkt theatraal? Goed dan: er blijven 10.000 ‘mensen’ leven. Zie Hiroshimafoto's). De leus ‘liever dood dan slaaf’ gaat hier niet op. Voor het grootste gedeelte krijgen we immers niet eens meer de kans om slaaf te worden. Maar bovendien is de keuze tussen dood of slaaf er een die we hoogstens voor onszelf zouden kunnen maken en die we anderen niet kunnen opdringen. Waar wij voor staan: vrijheid, een volle maag, ja zelfs: morele herbewapening, Gilette-mesjes, krijgen we dat terug als we onze bommen gebruiken om ook de andere wereldhelft onbewoonbaar te maken?
Zelfs een sovjetdictatuur over de hele wereld hoeft niet eeuwig te zijn. Maar een radioactieve dictatuur wel. Het is dus niet zo erg moeilijk de theatrale vraag te beantwoorden: wij zullen van een zinloze wraak moeten afzien.
Maar wordt door dit antwoord onze positie ten opzichte van een potentiële agressor niet verzwakt? Ik zou u kunnen vragen dit nummer na lezing te verbranden, of het in ieder geval niet in het Russisch te vertalen. Maar nodig lijkt me dat niet. Ieder van ons kan individueel het probleem in een bepaalde zin oplossen, maar de officiële standpunten van beide machtsblokken blijft natuurlijk de absolute dreiging met wraak, zelfs als het geen enkele zin meer heeft.