Sprookjeshuwelijk
A. van Dijk
Meer dan 600 journalisten, radioverslaggevers en televisiecommentatoren rechtvaardigden hun hoge verblijfskosten in de Belgische hoofdstad door in schallende superlatieven te voldoen aan hun opdracht om de miljoenen kijkers en lezers te doen geloven in het sprookje, dat zich in het koninklijk paleis en in de Sinte Goedele voltrok.
De wereld heeft behoefte aan sprookjes. Het huwelijk tussen de Belgische vorst en de onbekende Spaanse zou aan deze behoefte voldoen. Afgezien van de vraag hoe men over de monarchie als regeringsvorm denkt staat vast dat vorsten zich nog altijd het best tot sprookjesfiguren lenen. Beter dan de De Gaulles of de Kennedy's, de Hepburns of de Wagtmansen, die zich weliswaar voortreffelijk laten toejuichen en verheerlijken, maar welbeschouwd toch maar schrale twintigste eeuwse surrogaten zijn voor prinsen, markiezen en keizers. Figuren in sprookjes moeten een hoge graad van onvoorwaardelijkheid bezitten. De minste schakering kan hun geloofwaardigheid afbreuk doen. Zij moeten goed zijn als Sneeuwwitje of slecht als haar stiefmoeder.
Wanneer ons verteld zou worden, dat stiefmama haar stiefdochter wel haatte maar daarentegen heel gevoelig kon zingen en breide voor de zending dan zou dat ons geloof in het sprookje in verwarring brengen. Het sprookje zou geen sprookje meer zijn.
Ook het huwelijk tussen Boudewijn en Fabiola moest een sprookje zijn. Daarom was het maar goed, dat oom Karel liet afweten en dat er - zij het wat laat en onofficieel - een afvaardiging uit Kongo naar Brussel kwam. Daarom was het prettig, dat geen der verslaggevers ronduit meldde, dat de stoet eigenlijk een ratjetoe was.
Heel voorzichtig lieten sommigen zich uit over het aandoenlijke anachronisme in de combinatie van middeleeuwse lansknechten met moderne automobielen. Maar waarom zou men het naar sprookjes hongerende publiek in verwarring brengen door de aandacht erop te vestigen, dat een slordige rij auto's van verschillende modellen en kleur geen koninklijke stoet genoemd mag worden; wel Belgisch is misschien, maar allesbehalve sprookjesachtig.
Ook Belgisch (misschien) was de organisatie, waarmee de Brusselse autoriteiten de fotografen en journalisten aanvankelijk tot wanhoop, later tot doffe berusting brachten. Het was bijzonder aardig dat de gebruikelijke dokumentatiemap onder meer Vlaamse recepten en een V.V.V.-folder bevatte, maar een doeltreffend draaiboek van de trouwplechtigheid ontbrak en de gegevens die men bijvoorbeeld over de samenstelling van de stoet aantrof bleken onjuist.
Goed, zal men zeggen, maar met die organisatie heeft de buitenwacht niets te maken en dat met die auto's is dan wel ontluisterend, maar de vreugde van het volk om het beminde koningspaar wordt er niet minder om. Aan dat laatste tornen zou tornen aan de onvoorwaardelijkheid van het sprookje zijn. En dat mag niet.
Want wat zou er van het sprookje overblijven wanneer openlijk uit Brussel zou worden gemeld, dat vele Belgen het huwelijk van hun koning niet in de laatste plaats als een verzwaring van de staatsuitgaven zien?
Ze hebben het mij voorgerekend: Boudewijn kreeg voor hij was getrouwd 36 miljoen franken per jaar, nu 42 miljoen. Omdat het huwelijk in december viel krijgt hij over het jaar 1960 het volledige extra bedrag uitbetaald. De bruiloft zelf kost handen vol geld, kost meer dan het hof ervoor heeft uitgetrokken. Wie zal dat betalen?
Iets wat evenmin in de sfeer van het sprookje thuishoort is de bezorgdheid waarmee verscheidene Belgische roomskatholieken de consequenties van het (Spaanse) rooms-katholicisme van hun koningin tegemoet zien. Hier en daar valt het woord inquisitie. Welke invloed zal Fabiola en zullen haar geestelijke adviseurs hebben op de kerk in België?
Ook in politiek opzicht zijn niet alle Belgen even gelukkig met de Spaans-Belgische verbintenis. Fabiola's kroon is een geschenk van Franco, wiens dochter hem op de bruiloft vertegenwoordigde. Zelf kreeg ik ook wel een nare smaak in de mond toen ik donderdag een groep Spanjaarden op de Keizerinlaan de naam van hun dictator feestelijk hoorde scanderen: Fran-