Tentoonstellingen
Er is weinig verrassends te melden over het nog steeds groeiende tentoonstellingswezen. Maar wel iets. In het Rijksmuseum te amsterdam heeft men nog steeds moeite om de Egyptische kunst behoorlijk te zien, vanwege de grote toeloop en door de spelende kinderen die er soms een kunstcrèche van maken. Dit dient niet ter afschrikking: de tentoonstelling duurt nog tot het einde van de maand. In het Stedelijk Museum heerst weer een grote activiteit, hollend en dravend slaat men exposities in elkaar, men drinkt een glas, om dan - in tegenstelling tot het vers - haastig nieuwe plannen te smeden die daar altijd heet zijn als ijzer. Respectievelijk tot 3 en 9 januari kan men er werken bezichtigen van de in 1934 overleden Hongaar Gyula Derkovits: half-expressionistisch, soms pathetisch maar interessant, en van de fantasierijke Israëli Ardon. Bovendien beginnen morgen twee nieuwe tentoonstellingen in het Stedelijk Museum die beide tot 25 januari duren, van Otto van Rees en Jan Wiegers. Vooral een collectie schilderijen van Wiegers kan een belangwekkend geheel opleveren al zal waarschijnlijk wel blijken dat zijn laatste jaren bepaald zijn beste niet waren. Van de vele kunstzalen en -handels die in Amsterdam op de artistieke trom slaan, noemen we M.L. de Boer op de Keizersgracht, waar tot de 25ste tekeningen, etsen en litho's hangen van Jutta Metzger, Fiedler, Kater, Koornstra, Kurpershoek, Op de Laak, Van Norden, Veldhoen en Wijnberg. Een goede expositie.
Tot 15 januari exposeert Carel Visser in het Gemeentemuseumvan den haag zijn ijzeren beeldhouwwerk. Producten van Engelse pottenbakkers van na 1920 zijn nog tot 18 december in het museum Boymans-Van Beuningen te rotterdam te zien en eindhoven (het van Abbe Museum) toont thans, na Amsterdam, de half boeiende, half irriterende beelden van Couzijn en de veelkleurige schilderijen van de eentonige Lataster (tot 9 januari).
De tekeningen in dit nummer, (‘Moanin'’), zijn van Peter Vos