verwarring moet leiden. Vandaar die lange zinnen: er is geen tijd om puntjes te zetten, zoals er ook geen tijd is om te gaan schrappen en samenvatten in de beschijvring van een man ‘prêt à (ou plutôt brûlant dévoré par l'envie ou plutôt le besoin ou plutôt par la nécessité de) commettre un crime’.
Dat deze verwarring niet op de echte originele lijkt, Claude Simon zal de eerste zijn die het zou willen toegeven. Het is er een gestyleerde, geordende uitbeelding van, die niet verkregen had kunnen worden bij een normale toepassing van de spraakleer, al dadelijk een veel te sterk ordenend systeem. De verwarring is in het woordgebruik nagebootst, en hoezeer het de auteur ook ernst mag zijn met de opvatting dat dit de beste manier is om zijn ondervinding weer te geven, hij lijkt er ook de grap van te zien. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat iemand door dit hele boek heen zou komen als hij er niet door geamuseerd werd. Wie er niet vrolijk bij kon worden, zou trouwens ook geen raad weten met de mopperige en pesterige dialogen tussen Georges en zijn vriend Blum, en nog minder met die ingewikkelde zin met veel tussenzinnen waar George zich afvraagt hoe een bepaalde smeerlap met een gemeen gezicht ooit in het leger terechtgekomen is, en tot de conclusie komt dat het misschien was omdat hij de aangewezen man zou zijn voor de functie van croupier in een krijgsgevangenkamp, die hij nu inderdaad vervult - misschien is dat de reden, ‘puisqu'il faut de tout pour faire une armée’.
Wat de ondervindingen van Georges betreft, hij doet ze op tussen het begin en het einde van de oorlog, eerst aan het front, later in krijgsgevangenschap en tenslotte in het bed van de weduwe van zijn kapitein. Ook heeft hij er een aantal uit de tweede hand, ontleend aan een oude prent waar een voorvader van de kapitein op afgebeeld is, en die weer een nieuwe reeks ondervindingen oplevert via zijn gissingen, samen met Blum, naar wat precies de geschiedenis van de voorvader was. Het verhaal culmineert in het bed van de weduwe, waar het genot van Georges begeleid wordt door onweerstaanbare herinneringen aan de oorlog, die de lezer tegen die tijd al met hem deelt. De weduwe is tenslotte woedend, en verwijt hem dat hij niet anders in haar ziet dan de vervulling van een soldatendroom, en als zij de kamer verlaat denkt hij daar heeft zij eigenlijk min of meer gelijk in. Wat de lezer er misschien het best aan ziet, is de extreme mate waarin wij mensen kunnen herleiden tot vormen van onze eigen verbeelding. Georges had zijn maîtresse van één avond inderdaad de hele oorlog lang min of meer in gedachten gehad; toen hij haar tenslotte in zijn armen nam, was dat minder een nieuwe ervaring dan de voltooiing van een oude.
Deze enkele bijzonderheid geeft een kromme indruk van de inhoud van het boek, maar het zou veel te ingewikkeld worden als al de herinneringen naverteld moesten worden die bij George opkwamen in dat bed. Het is jammer dat de roman voor haast geen enkele niet-Franse lezer in één lezing af te doen zal zijn. Wie niet onmiddellijk reageert op de woorden, blijft te lang met de tussenzinnen bezig om bij terugkeer naar de hoofdzinnen dadelijk zijn weg te herkennen, en is op den duur gedwongen om regels over te slaan als hij zich niet wil verliezen in moeizame oriëntatiepogingen. De verleiding om liever door te lezen komt niet alleen uit het tempo dat de stijl oplegt, maar ook uit het glasheldere aanzien van iedere volgende frase. Claude Simon moet zijn eerste duistere zin nog schrijven; al de kleinste fragmenten van zijn werk zijn op zichzelf dadelijk herkenbaar, en worden alleen moeilijk te lezen doordat zij over elkaar heen gaan rollen. Tegen dat bezwaar kan ik alleen inbrengen, afgezien dan van het plezier dat dit boek zelfs bij wanordelijke lezing te bieden heeft, dat het een van de beste ogenblikken is die de moderne romanlitteratuur oplevert als men tenslotte de werking van zijn eigen gedachten herkent in die van Georges. Of dat punt gegarandeerd door iedereen bereikt moet worden, weet ik niet zeker, maar het lijkt mij van wel. In ieder geval hoort Claude Simon, hoewel geheel zonder boodschap, thuis in de kleine groep van romanciers die iets nieuws te zeggen hebben.