komt aan een onwrikbare basis: die der primaire reflexen en instincten, het direct (biologisch) erfelijk gedragspatroon.
Het ellendige is dat men - voor zover ik weet - nog nooit een systematisch onderzoek heeft ingesteld naar wat nu eigenlijk de instincten van de mens zijn. Men zou kunnen beginnen te zoeken naar de grootste gemene deler in het gedrag van mensen uit zeer verschillende culturen. Dit is niet afdoende. Ten gevolge van de genetische verbrokkeling van de mens, die alle erfelijke eigenschappen aantast, moeten er ook grote verschillen zijn ontstaan in de erfelijke gedragingen.
Door ver doorgevoerde psycho-analyse zou men ook kunnen komen tot niet verder analyseerbare elementen, die dan misschien voor een deel erfelijk zijn.
Een van de algemeenste reacties op het kennisnemen van de nihilistische problematiek is dat wanneer er geen waarheid bestaat (= waarheid onkenbaar is) alles geoorloofd zou zijn. Dit is zo'n mooi voorbeeld van denken zonder begrip voor realiteit. Alsof niet automatisch na de afbraak van de ene moraal, eventueel via een strijd van allen tegen allen, een nieuw geheel van gedragsregels zou ontstaan. De eerste generatie zou die nog herkennen als voorwaardelijke reflex. De tweede en volgende generaties krijgen dit functionele gedragspatroon doorgegeven met de paplepel. De paplepel is het instrument dat van door logisch inzicht verworven conclusies godsdienst, metaphysica, maakt. Letterlijk, wanneer van bepaalde maatregelen de mechanistische, physische, oorzaken worden weggelaten, vergeten, verboden over na te denken, taboe verklaard, worden ze daarmee tot meta-physica.
Bij een volgend gelegenheid hoop ik bij een bespreking van Waddington's The Ethical Animal nader in te gaan op de redenering dat moraal het product is van een soort natuurlijke selectie. Heel beknopt komt het hierop neer: het is van voordeel voor een gemeenschap als ± alle individuen naastenliefde, nederigheid etc. voor heilige voorschriften aannemen. Dergelijke individuen zijn nl. beter te leiden door mensen voor wie deze voorschriften niet heilig, maar handig zijn.
De eerste man die om een door de genetische verbrokkeling ontstaan gemis aan dominantie de leus uitspreekt ‘heb Uw naasten lief gelijk Uzelve’, wordt om zijn gemis aan hardheid al gauw de schedel ingeslagen. Maar eenmaal uitgesproken blijft zo'n leus leven, al is het voorlopig in het minachtend aan elkaar doorvertellen.
De mannen die, zuiver steunend op hun natuurlijke (± hormonale) dominantie, de baas spelen, worden op den duur door een nieuwe generatie van sterke mannen opgevolgd.
Maar vroeg of laat gebruikt één van die sterke mannen naast zijn dominantie de leus van de zwakkeling. Hij is in staat om met kracht en geweld de naastenliefde tot een voorwaardelijke reflex te maken bij zijn onderdanen. Een dergelijk systeem waarbij de onderdanen heilig geloven in de voorschriften tot nederigheid en naastenliefde en waarbij de leiders cynisch of onbewust hypocriet (het bewustzijn heeft grote mogelijkheden tot troebelheid) de regels hanteren al naar ze nuttig vinden, heeft waarschijnlijk de grootste kans tot overleven.
‘Gij zult niet doden’, er is niets duidelijker dan dat. Het is het basisvoorschrift van de volkeren die de grootste massamoorden hebben gepleegd.
J. Huxley c.s. die ook hebben geprobeerd om een mechanistische verklaring van de moraal te geven, blijven de moraal als iets hogers zien en dat belet ze om te erkennen dat het typerende van de overwinnende christelijke en humanistische moraal de dubbelzinnigheid is, het janus-karakter. Er is maar één recht en dat is van de sterkste. Er zijn vele manieren om de sterkste te worden: goed eten, in training blijven, bluf, inspuitingen, maar minder aan slijtage onderhevig is het wanneer men de tegenstanders geestelijk zwakker maakt, wanneer men entend op de biologische, instinctmatige, liefde voor kinderen, voor vader of moeder, een stelsel van secundaire reflexen opbouwt waarin de objectloze liefde voor het kindeke Jezus, voor God de Vader en Maria, een prachtig energiereservoir is voor de hooggezetenen, die immers ook van goddelijke afkomst zijn, of minstens door God aangesteld.
Nihilisme is het doorhebben van dit bedrog en van het misbruik van de menselijke energie. Wanneer de nihilistische inzichten verspreid worden - en ze zijn al druk bezig - zullen de staten, alle hiërarchieën, dus van hun secundaire macht beroofd worden. Voor de meeste hiërarchieën is dat voldoende om volledig te gronde te gaan. Maar hiërarchie is niet uitgevonden door de mens, het is een algemeen biologisch principe. Ongetwijfeld zullen uit de chaos, de letterlijke anarchie, weer kleine horden naar voren treden. Eerst nog beheerst door de uitsluitende, biologische dominantie van