Korte commentaren
Jaarbeurscrisis
Het aantal hoge en zeer hoge functionarissen bij de Jaarbeurs is weliswaar altijd wel te tellen geweest voor iemand, die de weg wist, maar zij waren niet bijzonder overzichtelijk gegroepeerd. Bij de verrassende benoeming van een nieuwe algemene directeur gingen er de vorige week twee bestaande directeuren weg. Een tijdje eerder zijn er andere controversen geweest, die op het niveau lagen van de raad van bestuur. Of het gaat over bouwplannen of personen, dit alles maakt een crisisachtige indruk. Die crisis mag naar buiten blijken door meningsverschillen over bouwplannen of over de structuur van de leiding der organisatie, de werkelijke achtergrond ligt veel dieper. Hetgeen bleek toen ook een met de Jaarbeurs geassociëerde instelling als de Stichting Textieljaarbeurs met een ‘verklaring’ voor het voetlicht trad tijdens de directeuren-crisis.
De kwestie is namelijk, dat het instituut van jaarbeurs zich in een toestand van crisis bevindt. Teveel werkelijk belangrijke en grote shows gaan min of meer buiten de jaarbeurs om. Daar zijn de fenomenen van de jaarlijkse autotentoonstellingen, de Firato, de Macroplastic, maar ook manifestaties als E-55 en Floriade.
In een groter land als West-Duitsland of Engeland kan men zich gespecialiseerde shows en industriële manifestaties zeer wel veroorloven. Auto's vormden altijd een buitenbeentje en werktuigmachines ook. Maar in Nederland hebben we van het goede teveel en bovendien een nationale neiging tot sectarisme. Om het sectarisme te bestrijden, heeft de één dit denkbeeld en de ander dat. Daar komt dan in een kleine - en bovendien van oudsher eenzijdig gedomineerde - club in het bar-provinciale Utrecht vroeg of laat zware mot van. Men kan dat jarenlang verregaand camoufleren met mutaties zus en mutaties zo, maar telkens zijn er weer andere problemen en moeilijkheden. Als economisch instrument heeft misschien de jaarbeurs zijn tijd gehad. En als dat niet zo mocht zijn - de mens is conservatief en behoudt gaarne het bestaande en verworvene - zou wellicht een oplossing voor het jaarbeursprobleem liggen in een grootscheepse bundeling, b.v. in Beneluxverband. Het is met de jaarbeursidee net als met de inpoldering van de Zuiderzee: wat veertig jaar geleden goed en nuttig leek, krijgt later een andere plaats in het maatschappelijk leven. Niemand durft iets te zeggen tegen de overbodige inpoldering, zoals ook niemand de moed heeft te zeggen: doek gerust de jaarbeurs in Utrecht op. Uit de voortdurende incidenten blijkt niettemin het gemis aan levenskracht.
E.D.