gauw en niet graag, was mijn - natuurlijk alleroppervlakkigste - indruk tijdens die kris-kras-tocht van oost naar west en terug, door Zuid- en midden-Zweden, en hij zit ermee dat in zijn land van overvloed alleen de vrolijkheid een zo schaars artikel blijft.
Vanwege het socialisme, dat de zelfmoord bevordert? Eisenhowers bêtise is me herhaaldelijk gepresenteerd, met welomschreven endossementen, die gingen van een honende afwijzing, via mildere psychologische verklaringen rondom de reflexen der jaloezie, tot aan omstandige uiteenzettingen over de exaktheid der Scandinavische statistieken vergeleken bij die van de in dit opzicht onderontwikkelde landen als de Verenigde Staten.
Overigens hebben die zelfmoorden, zo hun percentage al ongewoon hoog zou zijn, alles met het volkskarakter en niets met enig maatschappelijk stelsel van voortbrenging en verdeling te maken. Een Zweden zonder socialisme - wat dit in een land met zoveel typisch ‘kapitalistische’ aspekten dan ook mag zijn - blijft bevolkt door mensen met een wat raadselachtig gedragspatroon, dat de bezoeker intrigeert en op zijn tijd irriteert. Ik ben verscheidene malen gast geweest bij in kleinere of grotere kring georganiseerde etentjes en ik heb me daarbij steeds verbaasd over de verlegenheid en zelfs ronduit stunteligheid, waarmee de gastheren de kleine plichtplegingen vervulden. Nerveuze ingrepen op het laatste moment, komische botsingen bij de plaatsschikking, het niet of te laat offreren van wat ter aanbieding klaar stond, waren de symptomen van een gedrag, dat eerder onhandigheid dan ongemanierdheid is en dat moet samenhangen met een zich niet helemaal zeker voelen in de gladgepolijste wereld van beschaving en verfijning.
Niet dat in deze Zweden onze boerse plattelander te herkennen is. Ik bracht een middag door aan de kust zo'n vijftig kilometer ten noorden van Gothenburg, waar de fjorden beginnen en de landtongen, de gladgespoelde rotsconglomeraten, de kreken en inhammen alles bieden wat de watersportliefhebber kan verlangen. In die entourage kwam de zeilende, zwemmende, duikende of zonnende Zweed, goedgebouwd en kerngezond - ik heb in geen land zo weinig brillen zien dragen - pas tot zijn recht. Dat is zijn element, dacht ik, en in zijn fabriek, zijn kantoor of zijn salon, is hij een vis op het droge, een vogel op het asfalt.
In het konfektiepak en aan de lopende band gezet moet het voor deze Vikingen moeilijk wennen zijn. Maar ze hebben het klaargespeeld op hun hout- en ertsrijke
bodem een welvarende en tot in de puntjes georganiseerde staat op te trekken, waarbij het op de juiste plaats zetten van die puntjes - zie boven - ook een gewichtige taak is. Nergens is de overheid zo punktueel en wie via glas of fles uit het gareel breekt, wordt in de geoefende greep van twee agenten opgebracht. Dat hoogstens de buitenlander imponerende tafereeltje zag ik althans verscheidene malen in Stockholm - eens om elf uur 's ochtends en de huppelende man wilde kennelijk van de vervloekte Zweedse bodem los.
Hoe meer ik met Zweden sprak en hoe meer ik van het land zag, des te sterker drong zich die ene formule op: wat de Zweed ontbreekt is fantasie. Daardoor is hij zo merkwaardig onvatbaar voor humor, voor woordspelingen, voor het spitse uitwisselen van boutades. Hij trapt er argeloos in, raakt erin verward en is dan aandoenlijk in zijn schutterigheid. En ga dan maar gauw over naar de vele Zweedse uitvindingen - wist u dat wij dit en wist u dat wij dat...., alleen de Rus klimt in zo'n gesprek hoger - en naar de Zweedse bouw of de woninginrichting, en vergeet vooral de keuken niet. Perfekt, geautomatiseerd en ieder ogenblik