zeer geslaagd noch overtuigend. Toch was hij een man van groot talent.
Toen Engelsen de Ieren hun nationale toneel lieten zien, hadden de Ieren het druk met zich door pastoors te laten vertellen dat ze bar gechoqueerd waren en ze floten. Sindsdien is dan bijna ieder anti-Engels Iers toneelstuk alleen in Engeland vertoond. Over een stuk van Synge was men indertijd in Ierland ook zeer vertoornd; dat was The Playboy of the Western World. Maar ja, Synge is nu lang genoeg dood en het is een ‘classic’ geworden, die ook in Ierland wordt opgevoerd. Vreemd of niet, het is verdiend, want dit stuk is een meesterwerk. Het gaat over zulke elementaire, groteske en huiveringwekkende dingen, dat het er niet veel meer op aankomt in welk deel van de wereld het geacht wordt te spelen en hoeveel tegenwoordige deelwoorden de personen ook uitspreken. De tragedie laat zich er niet door hinderen.
Dit schreef ik in afwachting van de opvoering in Amsterdam van The Playboy en nu heb ik het weer gezien, na de opvoering van het Leids studenten toneel jaren geleden. Met gemengde gevoelens. Het is een meesterwerk, het verhaal van een slungel, die zijn vader een klap geeft, angstig wegloopt, denkt dat hij een moord begaan heeft en dan door een stel boeren en boerenmeisjes die zich blijkbaar enorm vervelen, tot held gemaakt wordt totdat hij het zelf gelooft en als de doodgewaande vader nijdig op komt dagen, zijn ‘heldendaad’ wel wil herhalen, om uit te vinden dat niemand gesteld is op sensationele heldendaden vlak voor de deur, waardoor men ook nog in moeilijkheden kan komen met ‘the treacheries of law’. Een stuk met een dergelijk onderwerp heeft tanden en klauwen, het kan ons aan en we ‘gaan er allemaal in’. Bijna, in dit geval, want het blijft net iets te ver van ons weg. Om dit te verduidelijken citeer ik weer, en wel uit Synge's eigen voorwoord bij The Playboy.
‘I have used one or two words only that I have not heard among the country people of Ireland, or spoken in my own nursery before I could read the newspapers. A certain number of the phrases I employ I have heard also from herds and fishermen along the coast from Kerry to Mayo, or from beggar-women and ballad-singers nearer Dublin; and I am glad to acknowledge how much I owe to the folk-imagination of these fine people. Anyone who has lived in real intimacy with the Irish peasantry will know that the wildest sayings and ideas in this play are tame indeed, compared with the fancies one may hear in any hillside cabin in Geesala, or Carraroe or Dingle Bay’.
‘In my own nursery’, gesproken door het personeel. ‘These fine people’ niet ‘wij’. ‘Folk-imagination’ wat is dat? Men hoort de bevreemding, de neerbuigendheid, kortom de afstand van de ‘gentleman’ tot ‘het volk’. Men neme een atlas om te zien hoe het dialect van overal gehaald is, alsof dialecten niet plaatselijk waren. Het is niet echt.
Wat is in de kunst echt? Practisch niets. Er zijn grote werken in min of meer synthetisch idioom geschreven en men kan niet alles uit zichzelf halen. De phantasieën van ‘these fine people’ bestaan ongetwijfeld maar zijn niet geordend in een consequente litteraire handeling, en die bezwaren zij vaak als zij er in te groten getale in verwerkt worden. Bijna altijd is er in de Playboy wel iemand die even wegvliegt op een privé-phantasie en daardoor zijn eigen waarschijnlijkheid en de draad van het stuk in gevaar brengt. Buitendien, en dat pleit weer voor de echtheid ervan, er is in deze phantasieën een zekere begrensdheid en eentonigheid, zodat men toch gaat zeggen ‘die rare boeren toch’, waardoor de tragedie ons minder raakt. Dan zijn er conventionele elementen, zoals de ‘Ierse’ dronkenschap en de ‘wilde’ meisjes en vooral de figuur van Shawn Keogh die zo overdreven lummelig is. Deze dingen ‘take the bite out of it’. En er is nog iets anders.
Ondanks het noemen van de boerenoorlog en Dan Davies' circus en het bestaan van couranten, heeft men niet het gevoel dat dit stuk speelt in een bepaalde tijd of plaats. Deze boeren staan niet met beide benen op de grond, maar vertellen ons het verhaaltje van het ‘never never land’ dat velen ons willen wijsmaken dat Ierland is en dat velen geloven. Als de schrijver ons door subtiele fantasie daarheen brengt, is het goed, als hij de fictie doorbreekt is het goed, als hij beide doet is het ook goed. Synge deed beide, maar hij slaagde niet geheel, misschien om de redenen die ik aangaf.
Nu kan men vragen waarom ik zo vele fouten aanwijs in een stuk, dat een van de beste van de laatste honderd jaar is? Het antwoord blijf ik daarop niet schuldig: het is omdat deze fouten principes waren of zijn, zoals blijkt uit het voorwoord van Synge en de vreemde sprongen die Yeats meende te moeten maken, naar Moore ons bericht. De principes werden in dit geval gehanteerd door mensen van uitzonderlijk talent, maar dat maakt ze daarom niet minder dwaas. Neem het talent weg en men heeft de be-