Dorpspolitiek
De socialist De Kadt is verleden week bij de debatten in de Tweede Kamer verweten dat hij de Nederlandse zaak internationaal kwaad deed, omdat hij een nogal duidelijke en doordringende kritiek had op de bewindsregeling voor Nieuw-Guinea. De christelijk-historische heer Van de Wetering sprak zelfs over een benadeling ‘voor het forum der wereld’, daarmee zijn Kamer en natuurlijk zichzelf mateloos overschattend. Het werd allemaal iets bedekter gezegd, maar men bedoelde dat De Kadt met zijn kritiek een onvaderlandslievende handeling pleegde, om dat afschuwelijke begrip eens te gebruiken.
Ik vind deze verontwaardiging, die ik ook in verscheidene dagbladen vertolkt zag, ronduit belachelijk en in de sfeer, waarin zich onze staatkundige problemen op dit moment afspelen, van een dorpspolitieke onwaarachtigheid, die weerzin opwekte tegen de meerderheid van de Tweede Kamer. In de bewuste vergadering namelijk had men volkomen zonder zin besloten te zwijgen over het incident van onze ‘filosoferende’ minister-president, die wèl voor een internationaal forum, namelijk de buitenlandse pers, meningen heeft verkondigd, die onaangename verwikkelingen hebben veroorzaakt. Zeer onaangename verwikkelingen zelfs, waarvan de achtergrond door de latere verklaring van prof. De Quay nooit is opgehelderd. Met dit ‘gefilosofeer’ en ook met de Karel Doorman heeft de regering veel meer afbreuk gedaan aan onze door de verontwaardigde heren zo hooggeschatte internationale positie dan De Kadt met zijn opmerkingen, die als Kamerlid in een parlementair debat het volste recht heeft kritiek te oefenen op de plannen van een regering, waarin hij nu eenmaal niet veel vertrouwen koestert.
Niet De Kadt heeft in de discussie de normen van het parlementair fatsoen geschonden, maar de anderen hebben dat gedaan, die de argumenten van een oppositielid smoorden met de dooddoener van ‘schade aan onze internationale positie’. Ik ben benieuwd, met welke zachtaardige bewoordingen de scherpslijpers à la de Indische oud-predikant Van de Wetering straks bij de algemene beschouwingen onze opperfilosoof zullen toespreken, die met zijn overpeinzingen, ja, überhaupt met zijn krachtige beleid onze internationale positie zoveel goed heeft gedaan.
En dan te weten dat er een opvallend absenteïsme in de Kamer was bij de bespreking van dit belangrijke probleem!
A.F.L.