Zeg
Beccy de Vries heeft eens een boek vertaald van een Amerikaanse, als ik me goed herinner, die zich in de Amerikaans sprekende landen nuttig maakt door hulpbehoevende mensen, voor het merendeel vrouwen, van raad te voorzien als zij met moeilijkheden worstelen. Deze vrouw onderscheidt zich van haar Nederlandse collega's in Libelle en Margriet, door gevoel voor humor, gebrek aan katholicisme en een nuchtere kijk op het leven. Vooral haar gevoel voor humor kwam in het door Beccy de Vries vertaalde boek tot uiting, en menig dagblad heeft dan ook met plezier uit de vragen en antwoorden geciteerd. Het succes bracht Beccy de Vries op een idee: dat kan ik ook, dacht ze. En sindsdien heeft ze haar eigen rubriek, getiteld ‘Zeg’, in Vrij Nederland. Laat ik voorop stellen, dat het een volmaakt onschuldige rubriek is, omdat uit alles blijkt dat het grootste deel van de vragen door mevrouw De Vries zelf verzonnen wordt, in aansluiting vaak op haar antwoord. De lezers en lezeressen van Vrij Nederland behoren nu eenmaal niet tot het type, dat zijn huwelijksmoeilijkheden door Beccy de Vries laat oplossen. Maar stel nu eens, zoals ook van ons verwacht wordt, dat we werkelijk in de authenticiteit van de vragen geloven.
Stel, dat we werkelijk geloven, dat iemand schrijft: ‘Ik werk al 30 jaar in de ijzerhandel. Mijn naam is internationaal bekend. Ik wil nu een nationale figuur worden. Wat raadt u mij aan te doen?’, of: ‘Ik heb een goede vriend waar ik prettig mee praat en de problemen van het leven mee bespreek. Onze levensbeschouwingen zijn hetzelfde. Maar nu opeens gaat hij gek doen en hij kijkt mij op een bepaalde manier aan. Hij wil ook steeds mijn hand vasthouden. Dat vind ik vervelend. Wat zou er nu opeens zijn?’ Stel dat we aan die vragen geloven, wat een misdadig beroep oefent onze Beccy dan uit! Want elke vraag wordt beantwoord met een spitsvondst, een grapje of een dooddoener, geheel in tegenstelling natuurlijk tot wat haar Amerikaanse voorgangster doet, die alleen de onbenullige vragen van een dergelijk commentaar voorziet. Beccy de Vries