dat zij van hun tegenstanders verloren, maar in de eerste plaats van zichzelf. Op een paar uitzonderingen na, bleken de Nederlanders niet in staat ‘to rise to the occasion’. Koch, Visser, Redelé, Ria van Velzen, de estafetteploeg, het waterpolo- en hockeyteam, onze atletes en roeiers, zij verloren niet alleen van hun concurrenten, maar, op het beslissende moment, ook van hun ‘betere ik’ en bleven ver van hun eigen, beste prestaties verwijderd. Dit is dus in de eerste plaats een mentale kwestie, zoals ook de debâcle van de Fransen, die juist zo mooi op weg waren weer een grote natie te worden, eerder aan psychische, dan aan physieke tekorten te wijten moet zijn. Betekent dat nu, dat we van een verval van de natie moeten spreken, de schemering van het avondland, e.d.? Ik geloof dat dit gebrek aan hardheid domweg weer op het gemis aan een behoorlijke toto, of een behoorlijke regeringspolitiek wat de sport betreft, valt terug te voeren. Waarom barst het ene zwemstertje op Schiphol, bij het vertrek naar Rome, in een onstuitbare huilbui uit, alleen maar omdat zij haar zusje niet gedag heeft kunnen zeggen? Waarom zegt de andere zwemster niet te kunnen zwemmen, omdat zij nog geen brief van pa en moe heeft gehad? Waarom hadden de Nederlanders meer last van de hitte dan de Denen? Waarom wilde het niet lukken bij Kees Koch, die in de finale niet verder kwam dan een kleine vijftig meter, terwijl hij in Nederland geregeld zesenvijftig meter wierp? Koch, dat is bekend, heeft getraind als een paard, maar toen het er op aan kwam, ‘wilde het niet lukken’. Waarom niet?
Omdat hij weet dat hij in feite alleen staat! Hij ziet de Russen en de Amerikanen, en hij weet, dat zij niet alleen geld, en daardoor alle mogelijkheden, maar ook de wetenschap achter zich hebben staan. En hij begint zich onzeker te voelen, want hij weet, dat er achter hem
niemand staat. De regering niet, de wetenschap niet, alleen een paar mensen van de atletiekbond, goedwillende, hardwerkende mensen, maar amateurs, die alles in hun vrije tijd moeten doen. Marianne Heemskerk heeft nu een zilveren medaille gewonnen. Zij is boven zichzelf uitgestegen, en is op het beslissende moment in staat gebleken toe te slaan. Dat is mooi, maar men beseft in ons land niet, wat zij daarvoor heeft moeten doen. Zij heeft 's ochtends getraind en 's middags, uren per dag, en dat betekent dus dat zij verzuimd heeft op de MULO. Zij is, uiteraard, blijven zitten, en heeft dus een jaar aan die medaille opgeofferd. Gekkenwerk? Waarom? Een Olympische medaille is het meer dan waard. Er zijn wel mensen om minder een jaar blijven zitten. Zij heeft in de duinen rondgehold, met een rugzak met zand op haar rug, en drie keer per week ging zij met haar moeder naar dokter Rolink, een van de zeer weinige sportdokters, die ons land telt Die gaf haar een voedingsdieet, vitaminepreparaten, leverinjecties e.d., om haar bestand te doen zijn tegen een maandenlange, dagelijkse training van 7-9, 10-12, 1-½3 en 4-6, vijf à zes kilometer zwemmen per dag, nog afgezien van de conditietraining. En dan elke avond om 8 uur naar bed. Wat dat gekost heeft, haarzelf aan wilskracht, en haar ouders aan dokterskosten? Daar vragen we niet naar, zomin als we ernaar gevraagd hebben toen Sjoukje Dijkstra (jarenlang een zoveelmaandelijks verblijf in Londen, om daar onder een door vader betaalde trainer te kunnen trainen) tijdens de Winterspelen haar zilveren medaille won. In andere landen weten de sportmensen de staat, de universiteit of door de toto gefinancierde instituten, met dokters,
bekwame trainers en excellente trainingsmogelijkheden achter zich. Bij ons, in Nederland, hangt het voor een groot deel van de financiële draagkracht van de ouders af, of een zoon of dochter tot topprestaties kan komen. Is het toevallig, dat onze enige zilveren medaille winnaressen, Sjoukje Dijkstra en Marianne Heemskerk, ouders hebben die zich financieel het een en ander kunnen veroorloven? En is het een wonder, dat onze vertegenwoordigers mentaal niet rijp zijn voor de Olympische Spelen, omdat zij zich in vergelijking met hun concurrenten alleen voelen staan en daardoor onzeker worden?