Een dofte zucht
Op de verbreking van de diplomatieke betrekkingen door Indonesië is van Nederlandse zijde gereageerd op een bleekzuchtige, gevoelloze, door en door ambtelijke wijze. Een communiqué, opgesteld in de fameus slechte taal van alle regeringscommuniqués, een, bij afwezigheid van (televisie)minister Luns, onwennig beeldbuisoptreden door de chef van de directie voorlichting van Buitenlandse zaken (een soort voorlezing van een notariële akte) en verder niet... behalve dan de verklaring van de echte minister Luns, die hij, onderweg naar Klagenfurt, aan een Italiaanse journalist aflegde. Maar die vrij schielijk via het A.N.P.-net werd ingetrokken.
Als de heer Luns niet met vakantie was geweest, zou de Nederlandse reactie waarschijnlijk even ontroerend zijn geweest als die verklaring en zeker zou de regering er voor de televisie beter af zijn gekomen, ‘televisie-genieker’ in elk geval. Het interimaat van prof. De Quay, moeizaam geschraagd door de ambtenaren, kon niet meer opbrengen dan deze steriele understatements, kenmerkend voor de sfeer van departementale openbaarmaking van onze officiële buitenlandse politiek.
Of minister Luns nu bijvoorbeeld voor de televisie bijzonder agressieve of bijzonder verzoenende woorden zou hebben gesproken, doet er voor mij op dit ogenblik weinig toe, het zou in elk geval honderdmaal beter zijn geweest dan deze doffe zucht van ambtelijke tegenzin om aan het Nederlandse volk iets concreets kenbaar te maken. Er is natuurlijk binnen vier muren nog wel meer verteld aan Nederlandse journalisten, doch die voorlichting in vertraagd tempo (met vele off-the-records) pleegt heel kryptisch te voorschijn te komen.
Maar laten wij nog even wachten, misschien krijgen wij meer te horen, als minister Luns van zijn vakantiereisje is teruggekeerd. Het is al lang geleden dat hij de laatste keer voor de televisie optrad!
A.F.L.