Verder blijft het verhaal, zoals ik vorige week al vermeld heb, voornamelijk in de herinnering als een vuurwerk van sterke verhalen en dolle woorden. Het zou mooi geweest zijn als Grossman zijn conclusie een beetje voorbereid had; het lijkt er nu sterk op dat hij er pas aan dacht toen hij er aan toe was. Niettemin, de verhalen en de rollende formules waarmee de hoofdpersoon onder verschillende indentiteiten zijn twee liefdes begeleidt, zijn het lezen waard: een beetje te machtig bij dozijnen pagina's achter elkaar, maar iedere keer weer animerend als het boek opnieuw opgenomen wordt. Het is het tegendeel van rijp, dat is zeker, maar er zijn talloze manieren van onrijp zijn, en die van Grossman, agressief tegen de wereld en zichzelf en vol met grappen, is een van de beste. Het is een bijzondere verdienste van hem dat hij zijn uitval weet door te zetten zonder zich te verliezen in de hoogte of de diepte. Hij houdt zich aan variaties op de maatschappelijke mogelijkheden. In het voorbijgaan schrijft hij heel wat onzin en toont zich niet schuw voor publiekspelen, maar ik heb er veel plezier bij gehad.
Het blijft overigens waar dat romanciers meer kunnen doen als zij rijper zijn, en het wordt geillustreerd door Blow up a Storm, de eerste roman van Garson Kanin, die al tegen de vijftig is (hij heeft zijn naam gemaakt als toneelregisseur, en ook wel verhalen geschreven). Ik was niet helemaal ingenomen met het voornaamste gegeven waarop zijn tweede ik het verhaal baseert, de zelfmoord van de jazztrompettist Woody Woodruff na een strijd met een oude schuld; niet dat dat onwaarschijnlijk klinkt, integendeel, maar het blijft een beetje formeel. Ook was ik niet overtuigd door de manier waarop alles als herinnering gepresenteerd wordt, in fragmenten afgewisseld met passages over wat de hoofdpersoon hier en nu doet in Chicago. Desnoods weet ik nog wel meer aan te merken; maar de roman lijkt mij toch een meesterstuk, waar de gangbare woorden van afgemeten waardering geen vat op hebben. Wanneer een romancier ons de substantie en de duur van een heel bestaan weet te suggereren door alleen wat saamhorige herinneringen uit dertig jaar van het leven van een verteller op te halen, is het moment slecht gekozen voor het indienen van voorstellen tot verbetering. Er is bovendien een heel aantal scènes in dat opnieuw mijn verbazing en bewondering gaande maakt telkens als ik er aan terugdenk. Om er twee te noemen: de beschrijving van Edmonde's terugkeer aan het Gare de l'Est in groep vrouwen uit Ravensbrück (de wachtende menigte op het perron, de vervallen gezichten uit de ramen van de trein, de Amerikaanse soldaat die buiten het station in zijn jeep zit en intussen wat champagne organiseert); en die van de wandeling van de verteller met zijn negervriendinnetje Clara in donker New York, waar hij bijna doodgeslagen wordt door de nozems.
De omstandigheden in het verhaal worden bepaald door Woody, in wiens groep de verteller saxofoon speelde, vóór de laatste oorlog. Hij vertelt dan zijn herinneringen aan de band, aan de partijen en de verdovende middelen, aan de vriendschappen met de andere spelers, aan de tedere vriendschap met Edmonde, de mooie en rijke Française die op jazz belust was. Behalve door Woody's zelfmoord, wordt er weinig in opgelost, en er is niets te concluderen. De relaties begonnen en verliepen, de ervaringen waren wanhopig of zij waren grappig, intens of alleen maar vermoeiend. Al deze dingen zijn gebeurd, en kunnen niet anders dan in verschillende tonen verteld worden; zij wijzen dan verschillende richtingen uit, en kunnen alleen bijeenhoren in de geschiedenis van een persoonlijke ervaring. Wat Blow up a Storm onderscheidt is niet in de eerste plaats het verhaal, of de verhalen, maar de relatie tussen de verteller en dat wat hij vertelt. Het zou verkeerd zijn om ervan te zeggen dat het allemaal waar lijkt, wat het allicht niet is, en zo gauw zijn wij niet in de war gebracht; maar na het lezen van dit boek menen wij te weten hoe wij deze ervaringen ondervonden zouden hebben als wij ze inderdaad beleefd hadden.