Cumulatie en tantièmes
In Het Parool zijn, bij wijze van vervolg op het overzicht van direktie- en commissarisseninkomens dat in maart werd gepubliceerd, een paar groot opgemaakte pagina's verschenen over de cumulatie van functies in het particuliere bedrijfsleven. Aangetoond wordt dat ruim een vijfde van de directeur- en commissarisfuncties bij onze belangrijkste ‘open’ N.V.'s in handen is van een klein kringetje prominenten, dat nog geen vijf procent van het totale aantal bestuurders uitmaakt. Van een topgroep van 17 functionarissen die ieder tien of meer functies bekleden worden namen en bedrijven vermeld.
Ik heb al mensen ontmoet die, net als bij de vorige publikatie over de hoogte van salarissen en tantièmes, uitroepen dat dit van Het Parool, bij gebrek aan ander en edeler materiaal, een buitengewoon goedkope manier is om nog te proberen de duttende kleine man weer een beetje tot klassebewustzijn te prikkelen. Voor wat dit nieuwe overzicht betreft lijkt mij dat verwijt beslist niet gerechtvaardigd, want men hoeft nog helemaal geen socialist te zijn om de aangetoonde cumulatie een vorm van inteelt te vinden die ons allemaal aangaat, zeker als wij ook nog twintig eerste- en tweede kamerleden met commissarisbanen zien, waarvan sommigen met een groot aantal. Dat Het Parool uitvoerig de namen en bedrijven vermeldt is helemaal niet erg, in de eerste plaats niet omdat er niets ongunstigs mee is gezegd van de mannen zelf en verder is het alleen maar toe te juichen dat de traditionele geheimzinnigheid en het ontzag waar het om financiële macht gaat, niet wordt gerespekteerd.
Juist omdat Het Parool hiermee zulk nuttig werk heeft gedaan, is het jammer dat er toch nog een lichte bijsmaak is meegekomen op de herinnering aan de eerdere onthullingen, over salarissen en tantièmes. Niet dat die nu speciaal geheim hadden moeten blijven, maar de wijze van presentatie maakte toch teveel de indruk van te willen werken op het miezerigste van al onze instinkten, jalouzie om meer centen. Wat doet het er toe als een klein aantal veel of misschien wel smakeloos veel verdient wanneer er welvaart is voor de rest. Voor goede leiding moet worden betaald; misschien zouden sommige salarissen minder kunnen en zeker een niet gering aantal commissarissen in hun sociëteit of biljartkamer bijgezet kunnen worden, maar het is de vraag of wij daarvan iets aan ons loon of salaris zouden merken. Wanneer er toch nog iets zou moeten worden verweten dan zou het, wat mij betreft, juist eerder zijn dat de verdiende vermogens in dit land zo traag en verschrikkelijk vervelend worden omgemalen, via solide kluizen of, in de meest roekeloze vorm, motorvoertuigen zo zwaar en lang als begrafenisauto's. Een levenswijze die tot meer en betere romans zou inspireren, dat is teveel verwacht, maar ik zou al blij zijn met aardiger plaatjes in onze dagen weekbladen.
A.L.S.