wist deze acteur die ongetwijfeld technisch heel veel vermag, wel iets van de sfeer van diepe levensmoeheid en walging voelbaar te maken. Beckett drukte ons weer eens met de neus in de modder van het bestaan zonder daarmee mijns inziens de zaak van het toneel grote diensten te bewijzen.
Het zoeken naar nieuwe wegen levert niets op zolang men niet met die experimentjes iets kan uitdrukken, dat men voorheen niet zeggen kon. Welke mogelijkheden biedt deze bandrecorder, die wij al niet en veel ongedwongener vonden in de klassieke monoloog? Het blijft zinloos geknutsel met toneelvormen, net als het gespeel met cryptografische woordgrapjes in Becketts titels: En attendant Godot, ontleend aan de Godotfiguur uit Mercadet van Balzac, op wie inderdaad voortdurend in de meest letterlijke zin gewacht wordt, en de huidige titel Krapp's last tape, duidelijk aanleunend tegen de naam van E.C. Bentley's beroemde klassieke detective-roman: Trent's last case. Waarom? Waarvoor?
Shaw's stuk werd, behalve door Cyril Cusack - wederom in de hoofdrol en nu voortreffelijk spelend - gebracht op het niveau van een behoorlijk provincie-gezelschap, maar beslist ook niet beter, kortom ook hier een voorstelling, waarvan de overkomst naar mijn idee weinig festivalabel was.
Van de Anatol-opvoering van Schnitzler hebben wij een veel positiever indruk gekregen omdat wij hier inderdaad kennis maakten met een gave voorstelling van een stuk dat deze Weense spelers na aan het hart moet liggen. Zij speelden het in halftinten en men behoudt aan de voorstelling een aangename, melodieuze herinnering. Het decadente Wenen van de vorige eeuw werd voor ons voelbaar gemaakt, ook al bleven de acteurs Schnitzler's figuren duidelijk spelen, zoals zij zelf ook eigenlijk hun hele leven speelden zonder zich of hun gevoelens helemaal au sérieux te nemen. Zo speelden de spelers mensen die slechts speelden dat ze zich verliefd, bedrogen, jaloers of gekwetst voelden, maar die het hele bestaan als een deels vrolijke, deels weemoedige grap ondergingen.
Schnitzler blijkt ook hier behalve een wat frivool psycholoog een verfijnd en geestig theatervakman, die met geraffineerde effecten iedere toeschouwer het zijne weet te geven. Ondanks de voor het weelderige Wenen wel wat erg sobere decors en het vooral van Robert Lindner (Anatol) wel wat al te ingetogen spel werd zo nu en dan een uiterst fraai toneelbeeld bereikt, waarin de melancholieke sfeer van die verrukkelijk zedeloze tijd soms buiten de woorden om haast tastbaar werd.
Toch meen ik dat alleen de vertoning van de Spiegel der Minnen van Colijn van Rijssele door het Nationaal toneel van België een waardige buitenlandse vertegenwoordiger op ons Festival was. Hier alleen werd een unieke, in Nederland ongekende toneeldaad gesteld. Fred Engelen heeft het klaargespeeld een zo goed als onverteerbaar brok rederijkerij uit het begin van de zestiende eeuw voor ons toegankelijk, ja zelfs genietbaar te maken. Ten eerste heeft hij de zevenduizend verzen tot minder dan de helft teruggebracht en ten tweede een klare, levendige mise en scène ontworpen die de zware tekst zo meesterlijk ondersteunde en waar nodig leven inblies dat de talrijke toch nog onbegrijpelijke details door de handeling verstaanbaar werden. Door het bijna verstikkende struikgewas van zinnebeeldige figuren, retorische wendingen, gallicistische onzuiverheden in de taal, en wonderlijke de handeling remmende rondelen heen, werden wij zo een intrige gewaar die ons nog volkomen kon boeien en konden wij ons inleven in de gedragingen der hoofdfiguren dankzij een aan het licht tredende onvoorstelbaar-moderne psychologische motivering. Vooral Tine Balder heeft de vrouwelijke hoofdrol zo ongeëvenaard knap uitgebeeld, dat zij ons haar personage over vier en een halve eeuw heen volkomen levend voor ogen stelde.
Dat was een theater-ervaring, voor de import waarvan wij het bestuur van het Holland-Festival niet dankbaar genoeg kunnen zijn. Ook dicht bij huis liggen de gaafste edelstenen blijkbaar voor het grijpen, Heer Diamant! Een internationaal niveau wordt niet bereikt door lukraak internationaal te willen zijn.