eerste gezicht lijkt het wel mee te vallen, maar bij nader inzien is vooral in de kringen van de confessionele partijen die verdraagzaamheid niet zo groot dat men zijn hoed ervoor af hoeft te nemen. Ik denk slechts aan de subtiel intolerante houding tegenover het humanisme en het gescharrel met de crematie (één van de compromissen van de socialisten). En wat er in tal van overwegend confessionele gemeenten gebeurt, verdient helemaal niet met het begrip geestelijke verdraagzaamheid te worden versierd.
Prof. Van den Bergh heeft in zijn afscheidscollege ook gewaarschuwd tegen de bedreiging van onze democratische staat door ‘rechts’, vooral via de rancunejournalistiek, die altijd smaalt op het democratische bestel. Hij achtte dit gevaar groter dan het gevaar van de niet-democratische groeperingen van ‘links’.
Hoewel ik zijn afkeer van de rancunejournalistiek volkomen kan delen, geloof ik toch dat prof. Van den Bergh twee dingen verwart. De rancunejournalistiek wordt niet bedreven door de een of andere partij, maar door een betrekkelijk onsamenhangende groep mensen, die nu eenmaal rancunes hebben en die rancunes uitleven op de aan elke democratie inherente onvolmaaktheid. De rancunejournalistiek heeft volume, maar ze is toch niet gebaseerd op een hechte organisatie. Alle werkelijke pogingen tot organisatie van deze mensen in Nederland zijn de laatste jaren volkomen mislukt. Hun macht is niet zo groot als de aangevallenen, nogal paniekerig, soms willen doen geloven. Deze buitenparlementaire activiteit heeft op het staatkundige terrein bitter weinig resultaat gehad. Dat er mensen zijn, die de rancunejournalistiek graag lezen, is een andere zaak, die men trouwens ook in verband moet zien met een aantal ernstige psychologische tekortkomingen van de welvaartsstaat. Maar een gevaar, nee, daar geloof ik niet in. Men moet het rancuneuze geschrijf (overigens, schreef Kleerekoper niet rancuneus in de oude tijd?) in zijn ware proporties zien en er geen overspannen zaak van maken. Het kan gevaarlijk worden in moeilijke tijden, maar dan zullen vermoedelijk de niet-democratische linkse groeperingen met hun goede organisatie en hun verbindingen met het buitenland veel en veel gevaarlijker zijn voor de democratische instellingen.
A.F.L.