Rozenburg een fraaie vestigingsplaats biedt. Verder reikt de basis der eensgezindheid niet.
De vraag waar tot dusverre maar heel weinig aandacht aan is besteed, is echter: Is het entameren van de bouw van een grote staalfabriek met de noodzakelijke nevenbedrijven onder de huidige omstandigheden geen verspilling van nationale middelen?
De expansie van de nogal conjunctuurgevoelige nationale metaalverwerkende industrie voltrekt zich aanmerkelijk sneller dan de arbeidsmarkt groeit. Zelfs lijkt het er langzamerhand veel op, dat de expansie van de gehele industrie niet wordt geremd door gebrek aan kapitaal, maar door gebrek aan arbeidskrachten. Dat kan dus niet anders betekenen, dan dat bij een verdere (noodzakelijke) expansie van de industrie nog aanzienlijke investeringen gedaan zullen moeten worden met name in arbeidsbesparende produktiemiddelen. Dat moet trouwens niet alleen omdat er geen arbeidskrachten zijn, maar ook omdat de kosten van de arbeid steeds hoger komen te liggen en de totale kostprijzen langzamerhand ongunstig beginnen te beïnvloeden.
De staalprognoses ten aanzien van het verbruik zijn allemaal prachtig, maar de wereldcapaciteit stijgt met sprongen en het specifieke verbruik per hoofd van de bevolking
heeft een neiging tot teruglopen. Als het verbruik in Nederland permanent groter mocht blijken dan de nationale produktie, zullen we dus tot in lengte van dagen staal moeten invoeren, so what? Daarvoor zijn we ingeschakeld in de EEG en in de EGKS. Als we willen doorgaan met verkopen van grote hoeveelheden veredelde landbouwprodukten naar de ons omringende landen, zullen we op den duur beter doen van die landen ook een en ander te kopen. Beter dan veredelde industrieprodukten kunnen we dan basisgrondstoffen kopen; bijvoorbeeld staal.
Afgezien van allerlei vaak gecompliceerde technische en vooral economische redeneringen speelt hierbij ook wel een rol hoe men over Hoogovens denkt. Wat hier en daar in de industrie van Hoogovens gedacht wordt, is niet voor publikatie geschikt. Gezegd moet echter ook worden, dat er evenveel gevallen tegenover staan van ondernemingen in de metaalverwerkende sector, die het met de machtige Hoogovens goed kunnen vinden. Erkend moet eveneens worden, dat er bij Hoogovens onder de huidige directie veel is verbeterd. Of de verheugende ontwikkeling naar groter populariteit afgebroken zou worden als de Hoogovens onbedreigd door binnenlandse concurrentie verder kunnen opereren, kan betwijfeld worden, mede omdat het bedrijf een sterker internationaal accent gaat krijgen. En dan de Kabel? In de verslagen van de Kabelfabriek wordt nog niet eens verteld hoeveel staal ze maken. Nog afgezien van het tantième-incident, maakt de Kabel toch ook niet bepaald de indruk van een wijd-open affaire, die in dienende liefde zichzelf zal wegcijferen, wanneer in dit bedrijf niet eens de aandeelhouders wat te zeggen hebben en het tot een compromis moet worden gedwongen door een Vereniging Effectenbescherming. Wat populariteit betreft, is het dus wel een kwestie van de pot en de ketel. Is het dan niet beter het min of meer zekere voor het tamelijk onzekere te nemen en te streven naar een enorme expansie van Hoogovens, zelfs als bij wijze van spreken Wijk aan Zee daarvoor zou moeten worden verplaatst? Er is door aldus het Rozenburgproject af te wijzen uiteraard een kleine kans, dat men inderdaad nationaal iets mist. Maar men loopt óók de kans van een enorme verspilling en duplicering mis, wat ook wel wat waard is. Daar is niet alleen de nationale kapitaalproduktie, waarmede zuinig moet worden omgesprongen; er is daarnaast ook de kwestie van de mogelijkheid van over-industrialisatie in de Rotterdamse hoek. Daarbij gaat het niet alleen meer om economie of techniek, maar ook
om menswaardige woon-, levens- en recreatiemogelijkheden. Als het om Terneuzen ging, zou men daar wellicht nog anders over denken, doch behoefte aan werkgelegenheid is er op Rozenburg niet; als bestaande mijnen in staat zijn huidige en toekomstige behoeften te dekken, bouwen de staatsmijnen óók geen nieuwe mijn in midden-Limburg.
Zo draait momenteel de zaak eigenlijk grotendeels om de situatie bij Hoogovens. Ze zijn stellig wakker geschud en ze hebben laten zien, dat ze het beter willen gaan doen dan ze het vroeger deden. Dat gaat allemaal ook niet ineens.