Tentoonstellingen
De waarschijnlijk wel belangrijkste Nederlandse tentoonstelling van dit jaar begint deze week, op 4 juni, in de Lakenhal te leiden: ‘Jan van Goyen, schilderijen en tekeningen’; zij blijft daar tot 27 juli en is daarna, van 30 juli tot 25 september, in Arnhem te zien. Er valt zeker veel van te verwachten. Oude kunst van hoog niveau is op het ogenblik verder nog te vinden in amsterdam en utrecht. In het prentenkabinet van het Rijksmuseum treft men tot 20 juni een collectie prenten en tekeningen uit het 25-jarige Wallerfonds (Bouts, Dürer, Rubens, Rembrandt, Piranesi, Fragonard, Goya, Degas, Lautrec e.a.), en in het Utrechtse Centraal Museum de verzameling-Heldring uit Oosterbeek met voornamelijk 17de eeuwse Hollandse schilderijen (tot 24 juli). In oosterbeek zelf wordt tot 13 juni in Huize ‘Marja’ een kleine tentoonstelling gehouden van schilderijen van Jan Teerink en keramiek van Jaap Dommisse; de laatste begint langzamerhand tot onze opvallende pottenbakkers te behoren.
Met de genoemde tentoonstelling in het prentenkabinet houdt het in amsterdam bepaald niet op. Een aantal kunsthandels is daar zeer actief met het tonen van hun waar en daarnaast is er natuurlijk het Stedelijk Museum met een hele reeks activiteiten. Er is o.a. een interessante expositie van rondvormige, dikbuikige sculpturen van Arp: abstract, estetisch en erotisch; voorts een collectie rechtlijnige, strenge ijzerconstructies van Carel Visser: abstract, semi-estetisch en prikkelend voor centrale verwarming-bouwers; en tenslotte een serie kleurige collages van Matisse: semi-abstract, pueriel maar o-zo-vrolijk (tot 20 juni).
Nog tot 7 juni duurt de aardige tentoonstelling ‘Zestig Dordtse tekeningen’ (vooral uit de 17de en de 18de eeuw) in het dordrechts museum. Wij herinneren ook nog aan de aquarellen en tekeningen van de vitale Kees Verwey die tot 12 juni in het museum Boymans-Van Beuningen te rotterdam blijven. Voor de expositie van de 150 beelden, verbonden aan de Floriade in die stad, heeft men nog de tijd tot 25 september.