Berlijn vooral zo goed, dat de Russen onmiddellijk aan de grens liggen.
Dinsdagavond 17 mei was het van Bonn uit urenlang onmogelijk een telefoongesprek met het buitenland te voeren. Alle ambassades, heel het ministerie van buitenlandse zaken en alle journalisten belden met heel de wereld en vooral met Parijs. Voor radio- en televisie kwamen nieuwsuitzendingen die de indruk wekten dat de afgrond zich al enigszins had geopend en dat de oorlog vrijwel voor de deur stond.
In Bonn stonden groepjes mensen op straat te spreken en er was geen zin of Krieg kwam er in voor. Woensdag was dat al anders: eerst gingen de spelers van Frankfurt Eintracht en Real Madrid in Glasgow voetballen om de Europa-Cup en dat bracht een ander soort spanning. Spanning die rust bracht op het politieke front. Maar wel moest het Deutsche Fernsehen melden, dat als de wedstrijd onbeslist mocht eindigen een verlenging niet kon worden uitgezonden: ‘weil die politische Ereignisse das unmöglich machen’.
Vandaar dat de driekwartier woedeaanvallen van Chroestsjew op zijn persconferentie in Parijs moesten wachten tot Frankfort Eintracht had verloren. Gelukkig dat we geen verlenging behoefden te missen. De dag daarop liep er een man door Bonn, gekleed in een pyama, met een bord om de domme hals: ‘Eintracht hat verloren’. Een weddenschap.
Die dag werd het normale leven nog normaler hier, want het carnavalscomité in Keulen kondigde aan, dat het thema voor de optocht volgend jaar maart zal wezen: ‘Wir Wirtschaftswunderkinder’.
Dat weten we dus, ook al heeft Chroestsjew dan in Oost-Berlijn over een handhaving der status quo van zes tot acht maanden gesproken. Twee dagen zijn anno 1956 voldoende om ingesteld te raken op ontzetting. Och, het zal wel weer meevallen. En dus ‘Kölle Alaaf!’
Henryk Korotynski is correspondent in Moskou van Zycie Warszawy. Henryk heeft in zijn blad nu precies uitgelegd hoe het met Chroestsjew is gesteld: ‘Es ist eine der Welt bekannte Tatsache, dass die gegenwärtige sowjetische Führung und vor allem N.S. Chroestsjew einen neuen Typ der Diplomatie repräsentiert, die sehr wohl als Volksdiplomatie bezeichnet werden kann. Es ist hier ein Wirken bei vollem Tageslicht und weit geöffneten Fenstern. Hier werden keine geheimen Wünsche, Pläne und Absichten verborgen’.
In de Werner Seelenbinder Halle in Oost-Berlijn temidden van achtduizend Oostduitse lakeien kreeg men van de volksdiplomatie een iets andere indruk. Want Chroestsjew leek toch niet helemaal met open vensters en vol daglicht voor zijn communistische broeders te staan. Wat zijn tolk de heren Ulbricht en Grotewohl voorlas verwekte onder lange gezichten, gewoonte getrouw, minuten lang klappende handen. Hoewel eenmaal zelfs dat bijna wegbleef.
Dat was toen bleek dat het vredesverdrag, waarvoor de vulpen al in de zak zat te popelen, zich nog even moest inhouden. Toen onderbrak Chroestsjew de tolk en zei ter opmontering: ‘Maar wij zullen de zaak niet uit het oog verliezen; als we nog wat wachten wordt hij nog rijper dan hij al is’. En toen straalden de handen weer van Ulbricht: hij zou die kwestie zeker ook niet uit het oog verliezen.
Und was sagen die Berliner?
Bravo Nikita!,
‘so wie Sie in Paris hätten wir auch gehandelt’, erklärte Arthur Klette. ‘Wenn einer nach mir mit einem Stein schmeist, setze ich mich mit ihm nicht an einem Tisch’, ergänzte Brigadier Johannes Cichy. ‘Ich hatte grosse Hoffnungen auf die Gipfelkonferenz gesetzt’, sagte Martha Frenzel, ‘denn ich habe zwei Kinder die keinen Krieg mehr kennen lernen sollen. Aber genosse Chroestsjew hat richtig gehandelt. Die Amis sollen doch nicht glauben, dass sie einer Milliarde Menschen auf der Nase herum tanzen können.’ ‘Wir freuen uns dass Chroestsjew in Berlin station macht’, beendete Willy Jung das Gespräch. ‘Dieser Besuch stärkt unsere Zuversicht und beweist den Bürgern unserer gespaltenen Stadt, die Geschlossenheit des sozialistischen Lagers’.
Aldus lezen wij in Neues Deutschland.
Ik heb niet de indruk dat de Nederlandse kranten behalve de enkele hoofdpunten van wat Chroestsjew in Oost-Berlijn zei, of niet zei, hebben gemeld welke delicate mededelingen namens de Russische minister-president en tevens over Adenauer en Willy Brandt werden gedaan. Ik heb ook de indruk dat de persbureaus geen melding hebben gemaakt van enkele opmerkingen in het persoonlijke vlak die men nauwelijks anders dan schofterig kan noemen.
Het lijkt me onjuist zo fijngevoelig te zijn en hier helemaal over te zwijgen omdat het politiek gezien onjuist zou zijn. Wellicht zijn er na Parijs nog naïevelingen die de indruk hebben dat Chroestsjew een wat boers mannetje is met een goed hart, maar die toen toch wel erg kwaad werd omdat ze boe