na leek de optocht over, maar juist toen ik verder wilde rijden kwam nog een groepje gewone burgers in zicht, zonder vaandels of andere distinctieven, maar door tred en ernst van uitdrukking toch duidelijk bij de viering behorend. Een van de mannen in de laatste rij zie ik nog goed voor me. Toch nog een grappenmaker, dacht ik, want hij droeg
het raarste pak dat ik ooit heb gezien, donkergrijs met buitengewoon dikke gele strepen en ruiten erover, maar er is geen twijfel aan dat het zijn zondagse pak was, want hij hinkte en scheen veel moeite te hebben om niet alleen op de weg achter te blijven.
Wat een vorstelijke personen waren hierna de deense douanemannen, lange degelijke ambtenaren in mooie donkerblauwe jassen met gouden knopen van de koning. Ongehaast, zonder veel woorden maar niet onwelwillend bekeken ze de papieren. Wat er ook met de vrije landen zal gebeuren, ik hoop dat er in ieder geval nog een paar reliquieën zullen overblijven van de constitutionele monarchieën, een opgezette engelse politieman bij voorbeeld, een deense douaneambtenaar, een zilveren hollandse rijksdaalder.
Ik heb nog geen land gezien dat zo voor het genoegen van de bewoners is gearrangeerd als Denemarken. Het evenwicht tussen weiland, stukjes hakhout en bos en hei, tussen aardige nieuwe wijken en lieve oude huisjes met houten balken, tussen belastingen en baronnetjes in frisse kleine kastelen, tussen jong en oud, het schijnt allemaal keurig maar toch niet schriel te zijn uitgerekend. Alleen arbeiders heb ik er niet gezien, wel burgers die soms met de handen werken. In mijn hotel zag ik op een morgen tot mijn grote verbazing twee oudere heren in donker pak met vest en ouderwetse gouden horlogeketting op de bodem van de liftkoker koppen koffie drinken. Nogal grillige hotelgasten, dacht ik, maar toen ik even later terug kwam stonden zij, in hun vest, rustig en vakkundig gaten te boren alsof het hun weekendhobby was.
Ik had nooit gedacht dat het hollanderschap met mij om te dragen nog een beetje een avontuurlijk gevoel zou kunnen geven, maar in Denemarken was dat zo. Van enkelen kreeg ik de indruk dat zij Holland een vrij groot land vonden. Bovendien verklaarden zij ons te benijden om de spanningen en problemen die wij nog over hadden, al die godsdiensten, de overbevolking, Nieuw-Guinea. Dat kon ik heel goed begrijpen en het bevestigde mij in mijn mening dat wij zuinig moeten zijn op onze conflicten en ieder geval niet nalaten ze te exploiteren zover als de nationale veiligheid dat maar toelaat. Voelde ik mij voor het eerst van mijn leven vertegenwoordiger van een grote en interessante natie, het was ook nieuw en nogal opwindend te merken dat sommigen daar beseffen dat wij over het geheel genomen armer zijn en hier en daar op een schilderachtige manier nogal achterlijk. Vermoedelijk zullen zij in Edam of Maastricht met evenveel vertedering naar grote troepen kleuters in nauwe straatjes kijken als wij in midden- en zuid-Italië. Thuis houden zij het op één drie kwart kind per gezinnetje.
Aan een Deense heb ik gevraagd hoe het komt dat er in Denemarken zoveel zelfmoorden voorkomen. Zij had daar zelf ook wel eens van gehoord maar begreep er niets van; het moest komen doordat hun statistiek alles veel beter aanwees dan in andere landen. Als ik haar was had ik het ook niet begrepen, want zij deed mee aan het mooiste stukje smetteloos dagelijks leven dat ik mij herinner. Een witte bungalow, helemaal niet erg duur, op een heuvel met het uitzicht over een bos en een blinkend fjord. De blank houten en roestvrij stalen keuken stond zichzelf tevreden te zoemen, de zitkamer was een en al zonlicht en aardige toegepaste kunst. Maar haar dochtertje had een beetje verhoging, griep waarschijnlijk. Binnen vijf minuten waren er vier maal één drie kwart gebruinde kleuters uit de buurbungalows verschenen met speelgoed, vruchten en andere artikelen om te troosten; intussen hield de telefoon niet op van het rinkelen van jonge moeders. Nog eens vijf minuten en een vrouwelijke dokter, jeugdig grootmoedertype in een perfect zittend tweed mantelpak, springt wuivend uit de auto en stapt op forse wandelschoenen de deur in. Nadat zij, efficient natuurlijk, het nodige heeft verricht blijven zij nog even bij de deur