den zijn ruig en zwaar om te dragen. Zou het niet mogelijk zijn te leven zonder zichzelf voortdurend belast te voelen met gewichtigheden? Als het anders kon, zouden bovendien de krises vermeden worden wanneer de zorgvuldig gedoseerde inefficiëntie plotseling onberekende konsekwenties heeft. Een vergeten uitnodiging, een onvergeeflijk lang onbeantwoord gelaten brief, een rommel die tot de knieën rijst: op sommige ogenblikken gaat alles verkeerd, en kan men de uitdaging van het leven niet anders meer ontmoeten dan door zich radeloos om en om te werpen op een divan, als een vis.
Het waren verbluffende citaten, die K.L.P. vorige week gaf uit de besprekingen en besluiten van de Nederlandse Studentenraad. Als ik ze zonder bronvermelding was tegengekomen, zou ik gedacht hebben dat ze overgenomen waren uit een satire op de westeuropese mentaliteit in de Krokodil. Gelukkig behandelde K.L.P. ze met kalmte. Een ander had de jongens makkelijk voor allerlei lelijks uit kunnen maken, onwillig of buiten staat om te begrijpen dat er geen enkele gedachte ligt aan de wortel van hun uitlatingen. Wat een moerasje zou de Nederlandse studentenwereld moeten zijn als die schuwe formules er representatief voor waren! Maar ik neem aan dat het nog net zo is als tien jaar geleden, en dat bijna geen student ooit acht slaat op de verklaringen van de studentenraad.
Het enige nuttige aan het gebabbel over verwezenlijking van de rechten van de mens als het niet beter uitkomt om solidair te zijn met het onrecht, is dat het als commentaar gebruikt kan worden op de recente artikelen over de journalistiek in dit blad. Daar werd geklaagd over onderdanigheid bij journalisten, alsof het een geïsoleerd verschijnsel was; nu nemen wij tot onze lering precies hetzelfde waar bij de studentenraad. Hun intrede in de wereldpolitiek achter het verweerde vaandel van het anti-communisme; hun voornemen om zich met niets te bemoeien dat studenten niet aangaat (wie gaat het dan wel aan? grote mensen?); hun belofte
dat zij binnenslands nergens voor of tegen zullen zijn - alles tekent jongemannen die het jacquet met ere dragen. Liever zouden zij al hun haren op slag verliezen dan de verdenking doen rijzen dat in één ervan wel eens de gedachte aan onenigheid met het wettig gezag had postgevat. Het is waar dat de leden van de studentenraad, voor het merendeel straf geschoold in respekt voor alles wat oud en ouder is, al gauw bijzonder vatbaar kunnen zijn voor onderdanigheid; maar zo verschillend is hun positie toch niet van de rest van de bevolking, of het is duidelijk dat het onderzoek naar deze virus in de Nederlandse samenleving voortgezet zal moeten worden.
De grijze eminentie van de Engelse uitgeverij, Sir Stanley Unwin, heeft een boek geschreven dat ik niet heb gelezen, maar waarvan een zin, geciteerd in een bespreking, niettemin voorbestemd is om gegrift te blijven in mijn herinnering: ‘Geld verdienen is nooit een probleem voor mij geweest.’ Dit betekent natuurlijk niet dat zijn werk altijd tot tevredenheid van zijn superieuren gestrekt heeft, en hem regelmatige promotie verzekerd; evenmin wil het zeggen dat hij al gauw tevreden was. De trotse woorden, ook dat bleek uit de bespreking, zijn die van een man die altijd wel een verlopen bedrijf vond om voor een prikje over te nemen, het in een paar jaar tot bloei bracht, en het dan maar weer eens verkocht, voor tientallen malen de koopprijs. Wat een bevredigend talent moet dat zijn! Toen ik het er met J.C. over had, zei hij dat het toch niet prettig zou zijn, omdat je dan altijd aan geld dacht. Dat leek mij juist niet. Je leeft je talent uit, dan komt het geld vanzelf; je komt 's ochtends je huis uit en denkt, Wat zal ik nu eens voor een zaakje kopen om onfeilbaar tot bloei te brengen.
In plaats daarvan kom ik 's ochtends de straat op met de gedachte dat geld verdienen en mijn zin doen vandaag weer twee verschillende dingen zullen zijn. De troost dat hetzelfde voor het overgrote deel van mijn medemensen geldt, is daartegenover niet veel waard. Wij hebben met z'n allen de verkeerde lotjes getrokken, en mompelen tevergeefs van geld dat nog geen geluk brengt. Natuurlijk zijn er mensen die hun leven bederven door teveel te willen verdienen, maar dat zijn andere gevallen dan dat van Sir Stanley Unwin. ‘Geld verdienen is nooit een probleem voor mij geweest’. Misschien zal ik tenslotte het hele boek maar moeten lezen, om te ontdekken dat ik toch de auteur niet zelf had willen zijn. Op het ogenblik heb ik alleen de overtuiging dat hij zeker nog veel minder mij had willen zijn.