Zondagzending
Hoe velen van ons hebben bij langdurige catechesaties op ongeschikte uren en bij eindeloze preken, die als een soms hysterische klankenstroom langs ons heen gingen, in jonge jaren het voornemen gehad: als ik groot ben, val ik af? En hoe velen van ons zijn zonder dit nadrukkelijke voornemen tóch afgevallen? De onkerkelijkheid der katholieken breidt zich, ondanks opgewonden vertogen in het Limburgs Dagblad, tot diep in het gedisciplineerde zuiden uit, waar
deze onkerkelijkheid toch de boterham kan kosten en de goede naam. De onkerkelijkheid der protestanten neemt afmetingen aan, waarvan zich de kerkelijke leiders blijkbaar geen duidelijke voorstellingen meer maken, aangezien de mensen steeds ouder worden en de ouderen niet meer zo gemakkelijk afvallen. Als gevolg van de zenderwisseling op 1 april vergiste ik mij op een zondag bij het zoeken van de nieuwsdienst over Hilversum, nieuwsgierig naar het weerbericht. Ge moet zondags tussen de kerkdiensten, de vespers en het IKOR door manoeuvreren als ge de huisgenoten onder de 40 niet aan het schrikken wilt maken. Een gereformeerde dominee in Den Haag galmde de huiskamer binnen: Jezus ziet U aan. En gij? Hoe antwoordt gij? Wendt gij U af? Haalt gij wellicht onverschillig, ja schaamteloos Uw schouders op?... Dat is het Nederlands, dat er van een gedegen universitaire en theologische opleiding overblijft op zondagmiddag om tien voor zes. Denkt de man, dat wij visioenen hebben? En zouden wij bij een visioen werkelijk schaamteloos en onverschillig onze schouders ophalen, wetend wat deze generatie van onkerkelijken weet: dat er veel dingen zijn, die met het periodiek systeem en met Einstein niet meer te verklaren zijn? Er zijn vernieuwingsbewegingen binnen de hervormde kerk en zelfs bij de katholieken. Maar dit soort preken neemt in het Nederlandse radiobestel nog een belangrijk stuk van de zondag in beslag. Weet men wie daar naar luisteren? Men weet het natuurlijk niet en als men het weet, zegt het getal nog niets. Het gaat om het effect. Houdt men de natie nu werkelijk voor zo dom, dat men meent haar nog te stichten? Het gaat hier niet om wellicht duizend vormelijke ouderen, die onder dwang van een godsdienstige pseudo-beleving niet beter weten en niet beter willen. Wordt er dan in Leiden, in Kampen en Groningen helemaal niets gedaan aan psychologie, aan human relations, ja zelfs public relations? M.a.w. is de Kerk dom? Of halsstarrig? Dit is geen religieus beleven meer,
maar verstarde, waardeloze comedie. Het is natuurlijk godslasterlijk dit te zeggen. Deze herders der zielen zijn vol goede bedoelingen en maken, zal men zeggen, ten hoogste eens een of andere theatrale fout, die niet zo zwaar moet worden geteld, daar een deel van het publiek er op is gesteld. De redelijke vraag is evenwel of het godsdienstige bewustzijn bij de grote massa