Onbevredigende confrontatie
E. Damen
Voor de 25e keer is de jaarlijkse confrontatie met cultuurfenomeen Het Boek weer achter de rug. Wiskundig bezien is 25 een van de meest waardeloze getallen. Net als 49 is het 't kwadraat van een priemgetal, maar terwijl 49 een getal is dat overvloeit van romantiek barst 25 letterlijk van ijskoud cynisme, het zilveren getal zonder geest en zonder ziel, even vervelend, overschat en onbenullig als het zilvermetaal. Technologisch betekent zilver natuurwetenschappelijk gepruts en leven op een laag pitje. Het zilveren lepeltje in de bak met doodgekookte weekdieren is een triest symbool van waakzaamheid over de levenslengte der mosselcarnivoren, opdat die met praal en zelfgenoegzaamheid zilveren dienstjubileum en zilveren bruiloft kunnen vieren zonder buikpijn.
De vooravond van deze 25e boekenweek begon met een uitspraak van de Hoge Raad volgens welke de boekverkopers geen ‘closed shop’ mogen voeren. De NRC had er prompt een moralistisch hoofdartikel over, vanwege de vrijheid van drukpers. Dat tot de aspecten van de vrijheid ook behoren de economische onafhankelijkheid en althans een zekere mate van welvaart speelt bij de Hoge Raad noch bij de NRC een rol. De drukpers is vrij, staat in de grondwet, behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet. Toen de staatssecretaris destijds de kruideniers uit de markt probeerde te houden, zoals hij ook de kappers verbiedt margarine te verkopen, vanwege de redelijke orde in staat en samenleving, werd er over die vrijheid van drukpers al geredetwist voordat de vestigingsbeschikking het ministerie van economische zaken uit was. Het wezen van de ‘wet’ aan wie ieder verantwoordelijk was had met de vrijheid van drukpers niets te maken, maar wel met een redelijke mate van economische ordening, waar ge vóór of tegen kunt zijn, die ge flauwe kul kunt vinden of prachtig, maar die binnen het kader van een democratisch bestel verwezenlijkbaar was geweest.
Een boekverkoperij die niet weet wat haar economisch nog boven het hoofd hangt en een uitgeverij die straks aan niemand meer een korting voor wederverkopers mag weigeren vierden dus de vorige week de zilveren bruiloft met het lezende Nederlandse publiek, waarvan een deel net uitgestaakt was, dankzij een ander briljant juridisch krachtstukje. Het accent moest zo wel op de omzet komen te liggen. Huis aan huis zijn de folders over de pockets verspreid. De winkels leken wel bollenvelden met al die kleurigheid uit de drukkerijen van Spectrum, Querido en Elsevier. Toch waren er wel subtiele standsverschillen; bij twee Elseviers had ge het geschenk al te pakken. Aan Querido's moest ge er drie inslaan, waarna het Spectrum (f 1,25) tot vier ging.
Over het geschenk heb ik een en ander gelezen dat mij niet veel zei. Hoewel ik als consument spreek vond ik het een prima geschenk. Het was een interessant verhaal, dat vlot werd verteld. De intrige van de tragedie van de collectiviteit die het individuele drama volledig overspoelde was niet alleen goed gevonden, maar tevens een confrontatie met een mensheidontwikkeling die ons op den duur van de mens afhelpt. Het ‘mens ken u zelf’ dat hier aan de orde werd gesteld blijkt toch geen kreet te zijn van een wat vage afgesloten groep, die meestal niet zonder arrogantie en vaak zonder voldoende sociaal realisme is. Ook het extra geschenk In 26 letters - in dit blad op 23 maart al besproken - was van grotere dan incidentele waarde en bepaald gespeend van elke kruideniersmentaliteit. Organisatorisch en cultureel ging de boekenweek bepaald goed van start.
Voordat ik nu begin te kankeren even een momentopname uit een Amsterdamse boekhandel op een ‘goede stand’ met een goede chef en aardige verkoopsters. Een dame kocht een pocket en honderd postzegels van vier cent; samen per kassa meer dan vijf gulden. ‘Wat’, zei ze, ‘geen geschenk? Mij zie je hier nooit meer’... Blijft de boekverkoper dus voortaan met zijn postzegels zitten.
Even later onderzocht een heer in een leren jas met een mooie verloofde aan de arm gekleefd de Zwarte Beertjes. Hij kreeg een Simenon te pakken, vertaald door