Korte commentaren
Staalkroniek
De Koninklijke Nederlandse Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden hebben weer gesproken. Hun ruw staalcapaciteit zal in de komende paar jaren worden uitgebreid tot 2,7 mln ton per jaar, wat een vrijwel evengrote capaciteit zou zijn als van hun vrienden, ondergeschikten en deelnemingsmaatschappij der Dortmund-Hörder Hütten Union. Begonnen wordt met een beroep op de kapitaalmarkt voor een bedrag van circa 75 miljoen gulden, welk beroep de komende maand zal plaats hebben. Ook aan de andere kant zijn ze begonnen, want er verscheen een advertentie in (geselecteerde) dagbladen, waarin om een academicus werd gevraagd, die hoger technisch personeel moet aantrekken, inleiden en plezier in het werk moet bezorgen; verder moet de man contacten onderhouden met instellingen van hoger onderwijs. Een soort public relations onder hoogleraren dus, nadat tientallen jaren de Koninklijke Shell-Groep, Philips, AKU en de Staatsmijnen vaste voet hebben weten te krijgen en alle loslopende, goede, jonge ingenieurs zonder moeite hun bedrijven binnenhalen, plus nog een stuk of wat natuurkundigen, scheikundigen en mathematici. Misschien komt er een cursus bij in het Beverwijks, omdat het Hoogovens-Buiskoliaans metallurgisch Nederlands nogal afwijkt van dat in Van Dale, zelfs van het vrijmoedig Bottemase of het m.t.s.-jargon. Ook verwacht ik een introductiecursus met als bijvak bedrijfsdiscipline, een soort noviciaat in het voornaam staatsbedrijf, onder het motto: de vijand luistert mee. Vandaar een primaire uitkamming, denk ik, door de B.V.D.
De plotselinge expansiedrift is natuurlijk toe te schrijven aan de onverwachte populariteit van het Rozenburgproject. Zolang er voor de staalfabriek op Rozenburg een heterogene Staal-Studie-Stichting bestond met evenveel dédain voor de publieke opinie als bij Hoogovens bestaat, liep men er in Nederland niet erg warm voor. Nadat de Ned. Kabelfabriek feitelijk de leiding kreeg