[Vervolg Brief uit Bonn]
tegengestelde conclusie kwam. Wat het Engelse blad niet belette van Gnielka's feiten een volkomen leugenachtig gebruik te maken! Dit is niet het enige voorbeeld van and-germanisme op basis van journalistieke hysterie, ter bevordering van oplagecijfers.
Het vonnis tegen Strunk en Schönen, die precies de helft kregen van wat de Officier had geëist, is niet te mild. Bijna iedereen die het proces tegen deze domme branies meemaakte, heeft dit toegegeven; het zou volstrekt onzin zijn geweest het tweetal zondebok te maken voor alle narigheid, die Duitsland door hun smeerderij sinds Kerstmis 1959 meemaakte. Hoe men echter dient te staan tegenover een vonnis van twee jaar, dat een 52-jarige Berlijnse ambtenaar kreeg omdat hij in dronkenschap en als smakeloze grap enkele Hitlergroeten had gebracht, wordt in vergelijking met de 14 maanden in Keulen ietwat moeilijk.
Of niet?
Deze wanverhouding vindt zijn verklaring in het psychische complex Berlijn: daar staat men op de barricaden, daar is men hard en karaktervast. ‘Berlin can take it!’
Nu zijn de Duitse onderwijzers en leraren dus de zondebokken geworden. Zij hadden beter moeten oppassen: op school al hadden hakenkruissmeerders-in-potentie opheldering moeten krijgen. Thuis kan dat blijkbaar minder goed dan in de scholen en daar zitten dus nu die leerkrachten met hun geschiedenisboekjes, die nog snel even op eventuele misvattingen moeten worden nagekeken.
Veel meer dan tot nu toe zullen zij moeten doceren, wat tot ‘Bewaltigung der Vergangenheit’, de meest gebruikte uitdrukking in de Bondsrepubliek na ‘Berlijn’, kan bijdragen. De praktijk is iets minder eenvoudig dan men zegt te denken.
Een leraar van een gymnasium was de eerste, die dit ontdekte. Vol enthousiasme ging hij bewaltigen via een, op een bandrecorder opgenomen, rede van Hitler. De Führer stelde daarin, dat de werkloosheid diende af te nemen en dat in het algemeen het algemeen belang boven het belang der enkelen moest worden gesteld. Het commentaar van de leerlingen anno 1960: ‘Das war eigentlich ganz vernünftig, so was wollen wir doch auch’. Het zal dus op een iets andere manier moeten blijkbaar.
Hoe weinig eenvoudig het zal zijn voor leerlingen, leraren en ouders werd ook erg duidelijk in München, waar in opdracht van de regering leerlingen een opstel moesten schrijven over het antisemitisme. Van de 267
wisten er 60 niet wat het was en die het wel wisten meldden onder andere: ‘Freilich es war sehr unfein von Hitler, aber vielleicht hätte er seinen bestimmten Grund dafür’. Of: ‘Ich weiss leider nichts von Hitler, weil mir meine Eltern nichts davon erzählen, weil sie sagen dass das viel zu grausam war und ich kann sowieso in der Nacht nicht schlafen’.
Het pijnlijke is dat alles een boemerangeffect heeft gekregen.
Een Duitser gaf dezer dagen de jarige zoon van een bevriend Joods echtpaar het grote Wilhelm Busch boek: de onverwoestbare avonturen van Max und Moritz, misschien wel als een klein zoenoffer. Maar het jongetje kwam bedroefd Busch terugbrengen, want hij had in het zesde vers van ‘Die fromme Helene’ gelezen:
Und der Jud mit krummer Ferse
krummer Nas' und krummer Hos'
schlängelt sich zur hohen Börse
tief verderbt und seelenlos.
Dat stond er 50 jaar geleden ook al.
Hitler en enige andere Duitsers hadden ‘er’ destijds hun bestimmte Grund wel voor. Wilhelm Busch niet minder. En natuurlijk ook alle smeerders na de Kerstnacht 1959. In en buiten Duitsland.
Wat er in de Bondsrepubliek sinds kerstmis vorig jaar tevoorschijn kwam, geeft ons geen aanleiding die bestimmte Grund voor iets alleen maar typisch Duits te houden, ondanks de unbewaltigte Vergangenheit.