Tentoonstellingen
In het arnhems Gemeentemuseum wordt tot 11 april een herdenkingstentoonstelling gehouden van werken van de in oktober 1958 overleden beeldhouwer Willem Reyers die vooral na de oorlog bekend werd, o.a. door zijn oorlogsmonument ‘De stenen hand’ voor het Noordhollandse dorp Zijpersluis. In Reyers werken - dikwijls gerealiseerd in relatie tot de architectuur - vindt men zowel een synthese van figuratief en abstract, als conflictsituaties tussen beide stromingen. De portretschilder Sierk Schröder toont zich in het Singermuseum te laren van een weinig bekende kant met nogal academische en veel te sterk omlijnde tekeningen naar naakten, en beter geslaagde figuurstudies in aquarel, die mettertijd misschien van waarde kunnen zijn voor zijn dikwijls al te gemakkelijk gedane portretten in olieverf (tot 21 maart). In het Gemeentemuseum van den haag is nog steeds - tot de 28ste - de tentoonstelling ‘Duizend jaar Chinese schilderkunst’, een indrukwekkende verzameling maar misschien toch minder imposant dan de expositie ‘Japanse kunst’ die hier vorig jaar werd gehouden. En dat terwijl de Japanners zoveel van de Chinezen hebben geleerd. Ze waren, ook op dit gebied, veel te goede leerlingen. ‘De bekoring van het kleine’, een der opvallende producten van de inventieve directeur van Dordrechts museum, de heer L.J. Bol, is van Dordrecht naar amsterdam overgebracht (Rijksmuseum, tot 31 maart); precieuze en preciese maar gelukkig nooit fotografische weergaven van vlinders, torren, bloemen, vogeltjes en veertjes door weinig bekende en veel onbekende kunstenaars geschilderd. Voor het hoogtepunt zorgt Maria Sibylla Merian, schilderes, analytica, vlindervangster, vrome Labadiste, lieve moeder en teleurgestelde echtgenote.
Tenslotte tot 20 maart, een ‘bekoring van het grote’: de wintertentoonstelling bij kunsthandel P. de Boer aan de amsterdamse Herengracht waar de muren als altijd volhangen met schilderijen die namen dragen als internationaal klinkende klokken. Voorbeelden: Pieter Breughel de jonge, Salomon van Ruysdael, Jan van Goyen (o.a. een bijzonder mooi paneel ‘IJsvermaak’), Aert van der Neer, Pieter Claesz, De Heem en Willem van de Velde. Een rondgang deed ons verdrietig beseffen dat ook wij behoren tot de ongesubsidieerde categorie van ‘de gewone man die er niet aan toekomt’.