Recht en politiek
door E. Damen
Het vennootschapsrecht in de westduitse Bondsrepubliek heeft de laatste jaren een hele evolutie doorgemaakt. De eerste tien jaren na het tot stand komen van de Bondsrepubliek heeft men zijn handen vol gehad met het in overeenstemming met elkaar brengen van het bestaande recht en de wetgeving van de bezettingsmachten, die speciaal de ontvlechting van de grote concerns op het oog had. Toen kwam een fiscale wetgeving, die er op gericht was uitgekeerde winsten minder zwaar te belasten dan in het bedrijf gehouden winsten, die verdere expansie moesten financieren. Daarna kwam er een nieuwe golf van fiscale en juridische correcties, welke tot doel had een zekere financiële versterking van de bestaande ondernemingen in de E.E.G. mogelijk te maken. Er moest een sluitingsdatum worden gesteld om de zaak fiscaal hanteerbaar te houden en die sluitingsdatum is 31 december 1959.
Er is de laatste maanden in het westduitse vennootschapsland koortsachtig gewerkt om op tijd klaar te komen. In de sfeer van reconstructies der concerns speelden enkele zeer grote aandeelhouders een belangrijke rol. De kleine aandeelhouders werden in tal van gevallen uitgekocht en als de meest voorkomende vorm van onderneming ontstond de G.m.b.H. (Gesellschaft mit beschränkter Haftung, vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) terwijl A.G. (Aktiengesellschaft, met publikatieplicht) op de achtergrond is gekomen.
Deze ontvoogding, ja uitwerping van de kleine kapitaalverstrekker is door de enige westduitse minister, die nog wel eens onpolitiek zijn mond durft opendoen, prof. dr. L. Erhard, fel gelaakt, maar onder de welwillend vaderlijke blikken van de bondskanselier Adenauer zijn de grote concentraties de laatste weken een fors eind opgeschoten en zijn we in West-Duitsland alweer een heel eind dichter bij de vroegere status gekomen. Economisch bezien is dat niet altijd verwerpelijk, zoals ook in Nederland de ontwikkeling van de economische concentraties aantoont. Iets anders is, in hoeverre het juist is, dat zeer veel vennootschapsrecht geconcentreerd wordt in handen van enkele zeer grote aandeelhouders (Flick, Stinnes, Thyssen e.d.).
Wanneer de concentraties in de sfeer van de vennootschappen voor kolen en staal plaats hebben, is de goedkeuring vereist van