Betaald antwoord
voor Dolf Verspoor
Natuurlijk, beste Dolf, moet ik wel antwoorden als jij eens een van je schaarse tekenen van leven in mijn richting zendt; en dan van hoeveel leven inééns! Bovendien vraag je, voor het geval jij er niet uitkomt, mijn hulp bij het oplossen van het in netels gehulde vraagstuk van de literaire prijzen en lonen. Doordat je brief zoveel tegelijk overhoop haalt ben je er volgens mij niet uitgekomen en alleen daarom al mag dus mijn antwoord niet uitblijven. Beschouw het daarnaast als een wederdienst voor de mij in opwindender tijden zo vaak verleende service, waaronder begrepen de jou zo passende snelle jeep die ons een gemotoriseerd de baaierd van de Indonesische politiek indreef.
Allereerst dan de nadien door het publiek gehonoreerde eer als belangrijk element bij de toekenning van literaire prijzen. Ik ben er niet tegen, ik accepteer het zoals het is, maar je ziet toch te veel naar de Franse toestanden want geen van onze bekroonde auteurs heb ik nog in een manoirtje of DS 19 aangetroffen. Wel af en toe een uitgever, maar dat kwam omdat hij stelselmatig weigerde werk van enige literair niveau uit te geven. En zelfs Den Doolaard, die dan toch zou mogen zeggen: Alleen in mijn Omnibus kan ik wonen, heeft blijkbaar onderdak gevonden in een hondehok.
Jongerenprijzen, aanmoedigingsprijzen, een met officiële glans omgeven bekroning van een heel levenswerk, ik vind het allemaal op zijn tijd nuttig en ook vanzelfsprekend dat dit af en toe in de zak of op de borst van de in onze ogen verkeerde personen terecht komt. Zoals zoveel publieke literaire bedrijvigheid hoort ook het per jury voorbereiden van bekroningen tot de werkjes waar een zekere literaire middenstand zich graag verdienstelijk en vermaard mee maakt. Hoewel ik als het nodig is ook graag op mijn beurt de dan geschoten bokken te kijk zet, veroordeel ik dit onmisbare clubwerk allerminst. Mijn opvatting van een gezonde maatschappij maakt dat ik de betekenis van een nijvere middenstand hoog aansla - werken in detail is toetssteen voor het formaat - en wat de personen in kwestie betreft is meestal elke minuut die. ze aan hun zogeheten creatieve werk onttrekken winst voor de literatuur. Tenslotte zijn in een welgeordende korf de werkbijen er voor de koningin.
Wat je zegt over de betekenis van de recente toekenning van de Prijs der Nederlandse letteren door Koning Boudewijn hoogstpersoonlijk, besef ik des te beter omdat ik de Belgische toestanden van zeer nabij ken. Dat iets dergelijks nu mogelijk is in een land waar de nederlandstalige literatuur stelselmatig in de hoek is gedrongen, is van niet geringe betekenis op het culturele en sociale vlak. Ik zou er heel wat meer over kunnen zeggen en dan uitweiden over onze eigen portie schuld bij dat in de hoek trappen, maar .... passons. Om dan mijn opmerkingen in dit opzicht toch even meer achtergrond te geven, wil ik je hierbij een keukengeheim verklappen, wat in een intieme correspondentie wel mag.
Je weet misschien niet dat er nog een andere candidaat was toen de Prijs der Nederlandse Letteren voor de eerste maal en dan aan een Vlaming diende te worden toegekend. Dat was iemand die eveneens een verdienstelijk auteur is geweest en die velen de prijs hadden gegund, ook al omdat hij het geld zo goed had kunnen gebruiken. Ik bedoel de nestor der Vlaamse letteren Stijn Streuvels. Maar de ruige Streuvels, die behalve aan veel andere dingen ook lak heeft aan officiële plechtigheden en die maar moeilijk uit zijn West-vlaamse nest is weg te halen, werd na veel intern gemanoeuvreer opzij geschoven. Herman de Machtige moest en wilde het worden en toen kreeg je de zotte vertoning dat als balsem op de wond een eerbetoon ad hoc voor de brave Stijn moest worden bedacht. Hij kreeg zoiets als een Ereprijs der Vlaamse Letteren toebedeeld, voor één maal en uitsluitend aan hem uitgereikt, en nu mag jij het publiek, de verkoop, de publiciteit en wat al niet meer erbij halen, ik vind dit een beschamend geval. Ik voor mij sla de waardigheid van kunst en kunstenaar net te hoog aan om ook deze komedie in gemoede toe te juichen.
Wat je verder zegt over de best- en breastsellerij - in Omnibus- of pocketverpakking - ach, we weten het allemaal wel en het versterkt alleen mijn stelling dat juist de overheid, als ze dan toch in enige ruimere mate dan voorheen fondsen voor de literatuur beschikbaar stelt, datgene moet doen wat de aan de markt gebonden uitgever niet doet. Het komt misschien door mijn denkscholing op enkele andere gebieden, maar de soms nog wel eens nuttige studie der economie heeft mij geleerd dat het van het hoogste belang is om naar een optimum van arbeidsomstandigheden te streven, wil enige prestatie ook het meeste rendement opleveren. Ik zie niet in waarom dit ook niet voor de kunst mag gelden en zoveel studie, experimenteel onderzoek en zelfs wettelijk gedokter dit ook bij menige bezigheid vereist, zo eenvoudig is het wat de kunst aangaat: tijd en een
beetje geld. Het aan de kunst bestede geld is in mijn ogen pas goed besteed als het tijd oplevert voor de kunstenaar en dan ruimschoots.
Is het niet dwaas dat het vanzelfsprekend wordt geacht het nodige te investeren in de deugdelijke voorbereiding van allerlei taken die men behoorlijk wil laten verrichten en dat voor de kunst die vanzelfsprekendheid niet geldt? En zelfs wordt tegenwoordig de medische wetenschap, de psychologie en wat al niet meer erbij gehaald om enige sportsman een centimetertje hoger of verder te doen springen of een seconde sneller te laten sprinten. Ik gun ze de apparatuur, die dan toch ook mede door de overheid wordt bekostigd, en ik gun jouw mejuffrouw Atie Voorbij elke medaille waar ze fiks voor heeft gezwommen. Begrijp me goed, ik trek voor de sport en zelfs voor de beloonde en bekroonde sport mijn neus niet op. Ik heb er in mijn jeugd ook het nodige plezier aan beleefd en als vrijetijdsbesteding acht ik het nuttiger dan het lezen van de Telegraaf of Libelle. Misschien keren we nog wel eens terug naar de gelukkige dagen van het analfabetisme.
Alleen zou ik voor de kunst een soortgelijke apparatuur wensen. En dan voorlopig nog maar een minimum apparatuur die enkele kunstenaars in staat stelt zich in betrekkelijke rust en vrij van materiële zorgen aan hun werk te wijden en die voor zover dat werk niet exploitabel is in de gangbare zin, het toch mogelijk maakt het uitgegeven, uitgevoerd, opgehangen of anderszins daar te krijgen waar het zijn eigen soort rendement oplevert. Ik zie niet in waar-