Korte commentaren
Onder valse vlag
H.A. Lunshof is op de anti-semietenjacht. Tenminste, een stukje in Elsevier van 21 november: ‘Portret van een anti-semiet’ wil dit doen geloven. Voordat men L. zijn geloof en vertrouwen schenkt moet men echter weten waar het over gaat.
In het Amsterdamse studentenblad Propria Cures heeft in de correspondentie-rubriek het volgende gestaan:
‘H. Plas. Uw stuk over de verhouding Siebe van der Zee-Willem Levie (de journalist van het Vrije Volk die de zaak ontketende) besluit met: 'Wij zijn allemaal - met jou - heel erg blij, dat je leeft Levie. De gaskamer ben je destijds ontlopen. Daarom mocht je 15 jaar later op minder spectaculaire, maar even verraderlijke wijze proberen een ander te wurgen. Als deze poging succes heeft, leven er nog steeds specimina van je volk die de moffen (niet) konden verdelgen, omdat ze te leep en te vuil waren.’
Hier voegt de redactie van P.C. dan aan toe: ‘Bent U nu de beloofde zoon van Hitler? Heiland Plas, 't klinkt niet onaardig.’
Dit laatste is, het lijkt onnodig het nog te vermelden, een in understatement verpakte vernietiging van het fraais dat H. Plas naar P.C. zond teneinde het geplaatst te zien. De correspondentie-rubriek van dit blad, waarin niet opgenomen stukken ‘behandeld’ worden, dient vaker als schandpaal.
Wat echter doet Lunshof? Hij neemt de toevoeging van P.C. letterlijk. De redactie zou Plas werkelijk als Heiland begroeten. Hoe moet men anders de slotzin ‘Voor de schrijver en voor degenen die het stuk opnemen, (curs. d. J.) is niet Amsterdam, maar Caïro de aangewezen universiteitsstad,’ verstaan?
Of de heer Lunshof kan niet lezen, (maar dit mag men toch niet aannemen?) of er is sprake van een bedenkelijke strategie. In dit laatste geval maakt hij onder voorwendsel van een jacht op anti-semieten jacht op iets dat hem persoonlijk nader moet liggen. ‘Het ware in strijd met ons geweten, indien wij dit hier niet even signaleerden,’ kan ik nu op mijn beurt schrijven. De aanval op de anti-semiet Plas wordt zonder meer verschoven naar een aanval op P.C., en dan weten we tenminste waar we met de heer Lunshof aan toe zijn: ‘Dat Propria Cures de katholieken of calvinisten beurtelings voor misdadigers uitmaakt, wat hen heilig is bespot en op het kruis spuugt - op dit punt schijnt noch de Universiteit noch Amsterdam een overheid te bezitten, noch de studenten voldoende kracht om er zich tegen te weren.’
Niettemin, H. Plas werd door P.C. ‘gesignaleerd’. Men kent hem nu en tevens kent men Lunshof weer iets beter.
M.A. de J.