In het harnas
Engelse planimetrie
J.J.P., de meester van het intelligent onaantastbare mediteren, heeft zich bloot gegeven. Een urbaan, gecultiveerd naakt met een blank, sensitief vel en een vijgeblad waar het behoort, maar daardoor des te bloter. Het gebeurde onverhoeds, in een beschouwinkje over het Hollandse en het Engelse landschap. Hij ziet dan: de Hollandse polders en de Engelse heuvels. Het eerste zet een domper op zijn verbeelding (als ‘een helemaal vlakke vrouw’), het andere wekt zijn aandacht op...
Ik vind dat onthullend. Onthullend door wat J.J.P. niet ziet, onthullend doordat hij er onovertrefbaar duidelijk het assenstelsel van zijn blikveld mee aangeeft. J.J.P. kijkt om zich heen, niet strak voor zich uit. Hij doet dat graag en goed. Hij merkt veel op, heeft oog voor het zinvolle detail en voor de globale samenhang, hij wordt getroffen zowel door het humoristische als door het navrante en wat hem treft, laat hem niet koud. Ik moet toegeven, als men zo kijkt, heeft het Hollandse polderlandschap niet veel te bieden: een product van de mens op zijn saaist, de mens als geometer en exploitant van melkvee. Dan is het Engelse landschap, vergeleken daarmee, ‘een ontwerp voor een paradijs’.
Maar dan heb je, waarde Peereboom, ook precies datgene wat het Hollandse landschap máákt, uit het oog verloren en dat is: het contrast tussen de onveranderlijke, strakke lijnen van kanalen, sloten, polders en wegen en de elkaar steeds verdrijvende stemmingen van luchten en licht, die dat landschap doen gloeien in alle tinten van lood- en parelgrijs, intens groen en waterig blauw tot het warme geel van een zonvlek, het bruin van rietstengels en het rood van dakpannen en bakstenen. Het contrast van de starre ruimte en de gewichtloze verandering, van het omperkte gebied en het wisselende tij. Dan heb e hier, kortom, stellig veel opgemerkt maar niet geademd - misschien uit vrees, dat het beheerste sotto voce anders een hartstochtelijke klank zou krijgen? Of is het geheim van je gedempte spreken juist, dat het erop gericht is een contrast-reactie bij anderen op te wekken?
Hoe het zij, zonder dat contrast mis ik juist het belangrijkste. En wat er van de Hollanders ook te zeggen valt, je moet een 18de eeuwse Duitse theoloog zijn, die een land-schap letterlijk neemt omdat zijn geest zo hoog vliegt, wil je ons polderlandschap als tot het platte vlak beperkt zien.
J.F. Glastra van Loon