Fijn ongeluk
Een advertentie waarin een dienstmeisje gevraagd werd vermeldde laatst als aparte attractie van het werkhuis dat het op een drukke weg uitkeek, met daarbij tussen haakjes: veel ongelukken. Wie zich ergert aan deze crue invitatie voor ‘Kraft durch Schadenfreude’ doet verstandig te luisteren naar wat variaties op hetzelfde thema.
1. Een leerling zegt tegen zijn auto-instructeur: ‘Gisteren heb ik voor het eerst sinds jaren weer eens een ernstig ongeluk gezien. Het is natuurlijk verschrikkelijk voor de mensen die erbij betrokken waren, maat ik kan het niet helpen: ik vind het altijd een mooi gezicht, die beschadigde auto's’. De instructeur was het met hem eens.
2. Bij vele Amerikaanse locale kranten bestaat de redactie uit drie afdelingen: crime, accidents en politics. De behoefte aan sensatie, aan het smullen van de details van andermans pech, is niet nieuw, niet tot Amerika beperkt en niet tot verkeersongelukken.
3. Kinderen beneden de tien jaar, van oudsher een dankbare groep als het om ethische vragen gaat, zijn even verheugd over een auto-ongeluk in hun speelstraat waarnaar zij mogen gaan kijken als over de komst van de orgelman. Als zij beneden de vijf zijn kijken zij stil en gespannen naar de brokken; boven de vijf bespreken zij graag onderling met een beroepsair de ravage. Het zou onzin zijn hen ongevoelig te noemen. Het ‘wat zielig voor die mensen’ ligt voor in hun mond. Maar hun medeleven met de slachtoffers zet geen domper op hun opwinding over het ongeluk, over de rel. Integendeel, medeleven en opwinding vormen samen één emotie, een prettige, die hen verder voor geen enkele vraag stelt.
K.L.P.