Hollands weekblad tijdschrift voor litteratuur en politiek eerste jaargang · nummer 20 · 30 september 1959
Het land op de maan
Op 14 september is de Russische taal met een nieuw woord verrijkt dat ‘op de maan landen’ betekent. In het woord voor landen: prisemlitsja is namelijk de wortel semlja = land sterker werkzaam dan in ons woord land-en. Het nieuwe woord luidt nu prilunitsja, oftewel manen. Het blad ‘Literatur i Shisnj’ (literatuur en leven) laat nu een zevenjarig knaapje aan zijn vader vragen hoe het wel zal heten als men op Mars gaat landen.
Ondanks Truman die het alleen wilde geloven als hij het met zijn eigen ogen gezien had (dan ontkent hij dus ook het bestaan van Odessa, bacteriën, God, en zijn nieren) moeten wij erkennen dat de Russen de race naar de maan gewonnen hebben. Nu zou het wat sterk zijn bovenstaande taalkundige kwestie hiervoor verantwoordelijk te stellen. Maar het ontploffen van de nieuwe maanraket op Cape Canaveral, moet ons de vraag doen stellen of wij wel op de juiste weg zijn. Deze taalkundige en technische waarschuwingen
maken het ongewenst om ooit een westerse raket naar de maan te zenden. Het enige effect dat zo'n duur schot ons kan opleveren is dat de wereld mompelt: dat is dan zoveel weken, of maanden, na de Russen. Laten we dus de maan met rust. Waarom zouden we ons door de Russen het wapen in het duel laten voorschrijven? Zijn er geen andere wetenschappelijke richtingen die de verbeelding der mensheid kunnen bezig houden? Jules Verne blijft nog steeds actueel. Zo ligt het voor de hand om het hoofd eens uit de nek te halen en onder onze voeten te gaan kijken. Onze planeet is nog maar tot 2 km door boringen onderzocht, er resteren nog 6369 km. Om deze te kunnen exploreren is minstens evenveel vernuft nodig als voor het lanceren van raketten. Laat Rusland de maan houden, als wij het centrum van de aarde kunnen claimen. En ongetwijfeld zal dit diepgraven ook wel zijn strategische betekenis krijgen.
B.C.