hoewel nuttig en makkelijk, haat geen voldoening geeft die ook maar te vergelijken is met de ergernis die zij over gebrek aan orde ondervindt. Het standpunt dat de menselijke natuur alleen onberekenbaar is vindt zij gemakzuchtig en defaitistisch, en zij is geneigd om de schuld voor de gebreken ervan voor een aanzienlijk deel op de openbare orde te schuiven. In vrijheid zou zich een veel beter soort mensen ontwikkelen, meent zij: vrijheid van religieuze vooroordelen, vrijheid van economische onzekerheid, vrijheid van oude conventies en dan verder. Zo zullen wij pas zien wat mensen eigenlijk zijn, energieke, moedige, creatieve wezens.
Het is waar dat wij van geen van beide standpunten duidelijk vertegenwoordigd vinden in de politiek. De laatste grote manifestatie van rechtsheid in onze buurt was het nationaal-socialisme, dat rechtse zielen sterkte in hun ergernis over tijdverkwisting in de Kamer en slapte van de democratische instellingen - het extreme voorbeeld van ordeliefde en van onverschilligheid voor de menselijke natuur. De laatste grote manifestatie van links is nog steeds het communisme, dat voortgaat zich te beroepen op zijn begin uit vrijheidsliefde, maar intussen in de praktijk van de machtsuitoefening te gauw naar rechts gedrongen blijkt te worden - een pijnlijk voorbeeld van vrijheidsliefde gepaard aan onverschilligheid voor de menselijke natuur.
Gekneld tussen deze twee extremen die in de parlementaire praktijk niet terecht kunnen, zitten links en rechts zo dicht tegen elkaar aan dat zij bijna niet meer van elkaar te onderscheiden zijn en in sommige gevallen van plaats verwisselen, zodat dan de rechterzijde de levenslust voor zich opeist en de linkerzijde nijdig wordt bij verstoring van de bestaande orde. Het is een verwarde toestand, of het is juist een volmaakt klassieke: de rechterzijde verdedigt de vrijheid, die de vormen heeft aangenomen van privilegiën. De vraag is, om welke vrijheid is het ons eigenlijk te doen? Om de objectieve en wettelijk vastgelegde, die wij verdedigen kunnen als een status; of om de subjectieve die
bij fragmenten veroverd moet worden op onze gezamelijke angst en gemakzucht, en die zich nooit definitief laat verwerven? Het antwoord is dat wij beide willen, in principe tenminste, maar dat wij een lelijk wantrouwen koesteren tegen iedere vrijheid die niet eenvoudig afwezigheid van verplichtingen is. Als wij niet goed uitkijken immers vangt men ons met dubbeldunk. Dwang is vrijheid. Het gezonde verstand leert ons dat het beter is zich tevreden te stellen met wat objectief en onweerlegbaar is. Zelfs al verschaft het de linkerzijde geringe voldoening, wij weten tenminste wat wij hebben, en de rechterzijde schurkt zich met welbehagen aan de orde en de goede organisatie die er het complement van zijn.
Intussen wordt het niemand onmogelijk gemaakt om zijn subjectieve vrijheid voor zichzelf te winnen, en er kan een heel aannemelijk betoog opgesteld worden van de strekking dat het zo al goed genoeg is, want dat men zich veel te zacht gekoesterd heeft in de verwachting dat men alles groepsgewijs cadeau zou krijgen. In laatste instantie moet de vrijheid altijd verkregen worden door een persoonlijke inspanning, behalve dan voor degenen die zo'n gelukkig temperament hebben dat zij niet eens weten wat er met zulke woorden bedoeld kan worden. Een saaie regering, samengesteld en bestreden door saaie partijen, is het ideaal van de zelfstandige vrijheidszoeker. Hij kan bovendien zeggen dat de vrijheid ook niet absoluut het laatste woord is en dat zijn hart nog met andere stoffen gevoed moet worden, zodat hij zich al gauw gaat vervelen bij de openbare vrijheidszin, die hem te ongecompliceerd is.
Dat kan allemaal wel zijn, en is waarschijnlijk zo. Niettemin, wij blijven in de politieke discussie gewikkeld, en als wij ons er mee verzoenen dat die op een droge materie werkt lopen wij gevaar dat de rest van ons leven ook door de droogte aangetast wordt. Daarbij krijgen wij een maatschappij waarin de boventoon gevoerd wordt door specialisten in droge materies, wat op zichzelf al erg genoeg is. Wij hebben niet voor niets een linkerzijde! De verwaarlozing ervan kan nooit goed zijn. Als het verschil zo gesteld wordt dat rechts zich ten doel stelt om de mensen tevreden te houden, links om ze tevreden te stellen, blijkt nog duidelijker hoe ernstig wij ons daar niettemin aan schuldig maken. Tevreden houden impliceert dat de mensen dezelfden zullen blijven; tevreden stellen dat zij in zekere mate anders zullen worden, en het lukt dan ook nooit om van harte een linkse politiek te voeren zonder