tegenover de Westerse mogendheden zal verzachten.... Amerika heeft getoond, dat een groot rijk land een hoog peil van van massaconsumptie kan handhaven en tegelijkertijd zich als militaire wereldmacht kan laten gelden. Dat deze twee dingen samen kunnen gaan, zal in de niet zo verre toekomst ongetwijfeld ook in de Sowjetunie blijken. Wat tot dusverre leek op een onontkoombare keus tussen kanonnen en boter zal het Kremlin misschien niet zo heel lang meer hoofdbrekens kosten: het is heel wel mogelijk, dat de Sowjetunie in staat zal zijn beide in voldoende hoeveelheden te produceren. Het is waarschijnlijk juist, dat de eerste stappen naar een grotere overvloed de appetijt van de massa's alleen maar zal vergroten, maar daar volgt niet uit dat, door het volk een been of twee toe te werpen, de communistische machine haar greep zal verliezen of ineenvallen. De lessen van Poznan en Boedapest hebben een diepe indruk gemaakt. Ook volgt er niet uit, dat een hoog peil van massaconsumptie in de Sowjetunie haar heersers er ooit toe zal overhalen de werkelijkheid van de communistische ‘ouderwetse religie van wereldoverheersing’ op te geven of haar te degraderen tot een retorische status. Hitler slaagde erin de blinde trouw van de Duitsers te winnen door hun hun schijnbaar belang in de expansie van het Derde Rijk te doen beseffen. Met deze techniek van collectieve medeplichtigheid kreeg hij meer massale steun dan menig democratisch ministerpresident op het ogenblik geniet. Een variant van dezelfde techniek wordt nu door het Kremlin gebezigd.
De populariteit van het Sowjetregime (en van zijn aggressieve buitenlandse politiek)
kan alleen maar groter worden met iedere ‘concessie’ aan de consumenten. Chroesjtsjow is zeer wel in staat om ‘de dijk te houden’, maar hij weet ook wanneer hij vrij baan moet geven aan de gelijkmatige stroom van prikkels die de Sowjeteconomie nodig heeft. De dag waarop één op de twee families in de Sowjetunie een ‘Amerikaans huis’ zal hebben, is helemaal niet zo ver, maar zal zelfs dan het Kremlin aarzelen om, wanneer dat zo uitkomt, een kleine regionale aggressie te organiseren of weer een satellietenrebellie te onderdrukken? Zullen, in laatste instantie, het televisietoestel, de auto, de nieuwe flat en al de andere ‘geschenken’ van de partij aan het volk vele Sowjetsoldaten ervan weerhouden te schieten? Zullen zij Sowjetagenten ervan weerhouden te werken voor de communistische wereldhegemonie? Het is heel best mogelijk, dat zij het tegenovergestelde effect zullen hebben.
Ook tegen die theorie valt weinig feitelijks in te brengen. Minder zelfs dan tegen die andere, want de pessimistische theorie stoelt op feiten, wat op zichzelf nog niet voldoende is om haar waar te maken, maar in ieder geval meer is dan de optimistische theorie doet, die op een evolutie speculeert. De pessimistische theorie heeft ook verscheidene historische precedenten voor zich. Zo bijv. het victoriaanse Engeland en het wilhelminische Duitsland, beide welvarend en expansief. Het heeft er veel van weg, dat de optimistische theorie gelanceerd is om van de nood een deugd te maken, de nood zijnde het eindelijk erkende onvermogen van het Westen om door middel van directe actie - diplomatie, ‘politiek van sterkte’, laat staan militaire actie - de status quo in Europa te wijzigen.