Hollands Weekblad. Jaargang 1
(1959-1960)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Hillenius, de leek verlakt
| |
[pagina 13]
| |
boeken van Zadkine's jeugd deden de archaïsche skulptuur af als goedbedoelde poging naar realisme, dat pas gevonden, ja overtroffen werd in de klassieke kunst. De boeken waren geïllustreerd met ‘een hysterie van foto's van werken van de 5e en 4e eeuw, men spaarde u geen detail, geen ooghaar, geen plooi’. Daartegenover zet Zadkine zijn openbaring van Olympia: niemand had in de gaten dat de kunst van Phidias ‘het begin was van een verwarring die naar de dood leidde’; nu nog stopt men de tempelskulpturen weg in een soort garage en bouwt een betonnen zaal voor de Hermes van Praxiteles, ‘opdat geen aardbeving zijn homosexuele heupontwrichting verstore noch zijn ontgoochelde glimlach bij de reeds bittere woorden van het kindje Dionysos’.
Het wordt tijd de kunstgeschiedenis over te schrijven! Hierin zal blijken dat de Ionische kunst in de 7e eeuw een fatale slag heeft toegebracht aan het Dorische ideaal; de goden werden nu (in de 5e eeuw) vermenselijkt en niet meer abstrakt als in de Dorische pre-historie van Homerus. Dat is niet helemaal onzin. Het is doodgewoon een omkering van de appreciatie in de handboeken van zijn jeugd: daar leidde de Ionische kunst, die de menselijkheid bracht, de glorieuze klassieke kunst in. Ondertussen is de kunstgeschiedenis aan iets heel anders bezig. Hij probeert zich (sinds het eind van de 19e eeuw) te ontworstelen aan de antieke begrippen aanloop, bloei en verval, en (sinds kort) aan de verdeling in Ionisch en Dorisch, voornamelijk wegens het gebrek aan kunst uit Ionië zelf. De kunstenaars doen zoiets nooit, ze hebben nu eenmaal niet het feitenmateriaal voor een verrassend nieuwe ordening. Ze kunnen dus of van wetenschappelijke kruimels een nieuwe taart bakken, of ze kunnen eenvoudig wat hun meester mooi vond lelijk vinden en omgekeerd. Dat laatste is belangrijk genoeg, men denke aan de ontdekking van de negerkunst door Apollinaire c.s. Laten wij de Jugendstil mooi gaan vinden. |
|